BESCHIKKING
Ik
De architectuur
Waartegen ik niets heb in te brengen
Breng voort
Mijn idee van architectuur
Het schepsel
Neemt het scheppen zelf ter hand
Maakt zich scheppend los
Van de schepping die al vaststaat
Het schepsel schept zich
Een nieuw evenbeeld
Het maakt en
Het maakt de schepping op
Als een opstand tegen
Het gegeven dat hij zelf is
Hij schept om te verwerpen
Hij schept als
Een teken van
Een onaanvaardbaar
—
BESCHIKKING
Ik ben
Het bouw- en sloop-
Werk van anderen
Ik ben
Het samenspel van genen
En organen
De al- of niet volmaakte afspraak
Tussen chromosomen
Ik besta
Uit communicatie
De verbindingen van zenuwdraden
En alle muziek die ik maak
Is geënt op de muziek in mij
De compositie die ik ben
De compositie die ik leef
—
PUUR
Om alle naakte vrouwen
Moet ik huilen
Ik zie
De onschuld
Die zij verlieten
Om hun natuur te volgen
Om
Alle naakte vrouwen
Huil
Ik
Omdat ik het kruis zie
Dat zij dragen
Mannen dienen
Mannen baren
Mannen behagen
—
Ik zag een reiger te water gaan
Ik zag een reiger
De aandacht vestigen op het water
Het blanke papier
Waarin de reiger zijn gestalte doopte
Het blanke papier
Waarmee de reiger zich omsloeg
De reiger wikkelde zich
In hemel en aarde
En hemel en aarde
Waren even bewogen, even beroerd
Door deze trilling van poëzie
Het was de reiger
Die hemel en aarde
Op het lijf was geschreven
Het was de reiger
Die de rust van de morgenstond
Met een vleugelslag schond
Het was de reiger
Die als een druppel
Een mooie zich reiger verbeeldende druppel
Neerviel uit de hemel
Een kleine schilfer wolk
Een kleine letter engel
Het was de reiger die ik engel dacht
Die een ver verleden terugbracht op aarde
Een kind geboren in een stal
Een kind geboren uit het heelal
—
De ene muis
Tegen de andere:
“Hoe gaat het met jou”
De andere muis
Tegen de ene
“Oh, ik mag niet knagen”
—
gedachten, muizen
kinderen, helikopers, cv ketels
ze worden aan elkaar gelijk
op het moment
dat ze me wakkerhouden
ze zijn
klaarblijkelijk allen
uiteindelijk allen van
hetzelfde materiaal: geluid
ze vinden elkaar
in de gedeelde haat
tegen mijn slaap
zij zijn
van eenzelfde onbewuste
doelbewustheid
zoals stoffen
welhaast volmaakt samenvallen
in een explosie
—
tijd, gedraag je
na honderdtachtig seconden moeten
er drie minuten om zijn
ik wil dat jij je beweegt
in een rechte lijn
van dood naar geboorte
van oorlog naar vrede
van haver tot gort
tijd, vort vort vort
wijk niet af
zorg dat het altijd later wordt
wees tijd, tijd
laat het niet gebeuren
dat we plots een plaats aanwijzen
als er iemand naar het exacte tijdstip vraagt
zeg niet : het is Eindhoven
als het acht uur moet zijn
hoewel
als je zegt Eindhoven
dan weet je eigenlijk wel
hoe laat het is
—
wakker zijn
het pure resultaat
van slapeloosheid
geen dromen
door mijn ramen zien
noch
dat wat mij doet dromen
wakker zijn
en zien
dat bomen bomen zijn als mij
wakker zijn en helder
en zonder poëzij
wakker en de vogel doelloos volgen
in zijn vlucht
tot hij uit het zicht verdwijnt
en buiten zicht ergens neerstrijkt
ergens sterft
wakker zijn
en de dingen voor kennisgeving aannemen
wakker zijn
dood zijn
—
Het leven
Heeft geen vorm
Het leven
Heeft de vorm van
Vijf letters
De naam
Is
De vorm
—
Bandenplakken buiten
Overal wind
Ik voel niet
Waar het lek zet
—
Kijken
In de hoogte
De vogel volgend
Tot in
De vogelte
De vogel bespeuren
In
Het eigen wezen
Dat het zijn is
—
waarom
staan ze zo stil
de sterren
ze weten:
stilstaan is
blijven
wie niet weg is
wordt gezien
—
kleine minieme bewegingen
in de nacht
dansjes op de vierkante centimeter
gepriegel
en dat noemt men dan:
eigenheid
dat kleine
dat zo kenmerkend is
elke letter
noodgedwongen neergeschreven
het woord
dat zo groot had kunnen blijven
boven de schrijver zwevend
geen wonder
dat er mensen sterven
de mensen die de misdaad begaan om
zich de grootheid van het woord
toe te eigenen
hun naam schrijven
met veel omhaal
elk woord weer
hun naam schrijven
—
India
Daar gaan we het zoeken
Maar
We waren er niet
We waren het niet
We werden
Een India verder
Een India ander
—
Gras
Zo hoog gezongen
Een picknickmandje
Alles
Raakt aan elkaar
Van geluk
Het is zo
Een zomerdag
Zulk een zomerdag
—
bericht
de hond loopt
het is donker
als ik dit schrijf
het is te donker
om de noodzaak te zien
het is geen nieuws
toch werd ik wakker
om dit neer te schrijven
de hond noopt me
om dit neer te schrijven
enkel om het ritme
enkel om het naakte feit
de behoefte om
iets werkelijk simpels mee te delen
de hond
de algemene hond
de hond der honden
de hond der honderden
een hond uit honderden
het kleine wonder van
feit en naam
dat ik dit nog noemen mag
dat ik mij dit nog mag herinneren
de hond
dat iedereen zich dit herinnert
dit onschuldig feit
op 11 september
—
deze vakantie
ga ik nergens heen
ik reis niet
maar ik verander
ik reis niet
maar ik ruim mijn huis op
ik reis niet
maar ik word ouder
ander
ik word
voor elke reiziger
buitenlander
—
ik kwam hem tegen
maar ik heb hem niet ontmoet
hij was tegen
en kwam mij niet tegemoet
handen
bleven zijn handen
ogen
werden nooit
onze ogen
ik bleef hem vrezen
ik bleef hem verliezen
—
ik ben een man
jij bent een vrouw
we waren nog niet samen
man en vrouw
het wachten is nog steeds op
die ene daad
waarin de ene in de ander overgaat
we waren nog niet samen
we dragen onze namen
nog apart
—
Ik joeg
Mijn jeugd na
De
Aan arbeid
Plicht en lijden
Afgestane jaren
Ik besloot
In extase
Nooit meer
Zo oud te worden
Als toen
Toen ik nog jong was
Maar geen jeugd had
—
Ik bel om de afstand tussen ons te meten
Om te weten te komen
Hoe ver jij staat van mij of hoe dichtbij
Ik bel om te kunnen zeggen
Ik bel nog wel
Of
Ik bel niet meer
Ik bel om te weten
Hoe ver ik kan gaan
Hoe dichtbij ik mag komen
—
STATION ANTWERPEN
Zijn de stalen pilaren fonteinen
Het
Opgegravene gesmoltene vervomde gestolde
Dat opspuit uit aarde
Om treinen te overkoepelen
Droog te houden en schaduw te geven
IJzer delven
En erts storten
In hemelse gewelven
De traagheid waarmee alles vordert vergeten
Het geweld van de bouwers verstomd
Opgelost in deze ene grote straal van staal
Fontein
Dit werkkristal dat energie uitstraalt
Nog altijd bruist het staal
Vind ik de uitbundige muziek van ontstaan
Terug in de vorm
Lees ik het bladmuziek van kracht
—
VALENTIJNSDAG
Ik kwam mijn kamer binnen
Daar stond op tafel
Een vol glas, een leeg glas
En een fles Tokaj
Half leeg, half vol
Daar lag een brief
Met daarin de woorden
“Ich liebe dich”
We dronken gescheiden van elkaar
Onze glazen
Jij op vrijdagavond
Ik op zaterdagavond
De glazen
Beiden door jou ingeschonken
We hebben niet getoast
Jij hebt de brief geschreven
Ik heb de brief gelezen
Geen mooiere woorden
Dan deze woorden
Bij deze wijn
Een “Ich liebe dich”
Om dronken van te worden
—