Niet
Hoe gunstig staan
De sterren
Wel
Hoe gunstig staat
De ander
De anderen
Zijn je sterren
—
wat weet ik van de sterren
ik ben er nooit geweest
ik heb enkel na hun val
een wens gedaan
en heb hun val gevreesd
wat ik weet van de sterren
is hun plaats en hun naam
maar tot verder onderzoek
ben ik volledig onbekwaam
wat ik weet is
dat zij met velen zijn
en dat zij zich houden ver van mij
geen een komt er dicht bij mij staan
ik weet alleen
de avondster is er als eerste
maar niet een verlicht er
’s nachts volledig mijn pad
ik vertrouw meer op
het licht van mijn koplamp en de lantaarns
dan dat ik alle wijze raad
aan de sterren overlaat
nee
de sterren
ze brengen me nergens
—
Ik maak objecten om
Objectief te blijven
Niet dat ze mooi zijn
Ze zijn zeker
Ze zijn veilig
Ze zijn
Er
—
Bomen
Ze tonen
Vanaf het begin van
Hun bestaan
Aan
Dat zij hebben besloten
Mij niet te mijden
Ze troosten mij
Met
Hun blijven
—
Een brug heeft wel wat
Het onderbreekt
De stroom
Met iets van vastigheid
Een brug heeft iets
Van overkant
Aan beide zijden
Overkant
Een brug heeft wel iets
Zoiets over het water heen
Een brug of zo
—
Er schuilt licht
In de beperkte ruimte van
Het gedicht
Zeg ik:
Kamer
Dan gaat er
Een raam open
Dan staat er
Een stoel
En een tafel
In de stijl waarin
Dit is geschreven
Voorwerpen
Als bevelen
—
fles
flessen
opeens
zijn het er
meer
-sen meer
een regel lager
vindt
de ongehoorde
uitbreiding
plaats
—
Alle beelden
Ze cirkelen statisch
Rondom
Deze ene grote
Magnetische stilte
Het is de stilte van
De dood
Die ik nooit echt
-Ondanks mijn geboren zijn
Mijn in leven zijn-
Heb weten te verbreken
—
WAT IK LEERDE VAN LIEFDESPOËZIE
De poëzie
Ze moet niet dienen
Ze moet puur op zichzelf staan
Het gedicht is het isolement van woorden
Daar waar zij zichzelf zijn
Hun onafhankelijkheid tonen
Zij moeten niet willen veroveren
Zij moeten gewoonweg niet willen
Zij moeten keizerlijk onaangedaan blijven
Door de wereld onaangeraakt voortschrijden
Zij hebben vanaf nu
Geen persoonlijk doel of nut
Het zijn slechts sterren
Ter verraadseling, ter vervreemding
De woorden
Als ze ergens toe gaan dienen
Dan verliezen ze hun kracht, hun goddelijkheid
Ik schrijf voor niemand meer
Ik schrijf alleen nog voor de woorden zelf
—
Ik leen me niet echt
Voor vriendschap
Vrienden
Zijn nodig
Opdat je niet sterft
Van eenzaamheid
In wezen
Wil ik juist
Parasiteren
Op eenzaamheid
Leven van eenzaamheid
Leven van
Niet-nodig zijn
—
waar ik aan denk midden in de nacht ik kan het niet zeggen nu ik het moet benoemen opeens laat niets zich meer zeggen verdwijnt alles eenmaal aangewezen om te ontkomen aan een naam een wezen waar ik aan denk ik weet het niet meer ik knip het licht aan en alles waaraan ik zou kunnen denken laat zich zien ik denk niet meer nu alles zich laat zien
—
de onschuld
is
te onschuldig
we willen iets van schuld
zien in
de onschuld
we willen de onschuld
beschuldigen van
schuld
de onschuld is
ons
te onschuldig
de onschuldigen zijn
de latere schuldigen
de onschuldigen zijn
schuldig aan
onze schuld
—
FUGA
Me kleden
Om
Mijn naaktheid
Te behouden
De naaktheid
Weer
Voor mezelf te houden
En
Mijn naaktheid
Te maken tot een raadsel
Me kleden
Met kleren die me maken
En een naaktheid
Die me breekt
Me kleden
Om een nieuwe naaktheid
Te verwerven
Me ontkleden
Om een naaktheid te verkrijgen
Waarbij de luister
Van alle kledij verbleekt
–
Kruip niet
Maar wees gelijkwaardig
Dood me liever
Dan mijn onderdaan te blijven
Doe je trots geen geweld aan
Ik heb liever dat je me dood
Dan dat ik jou moet zien buigen voor mij
Welke godvergeten god praatte jou
Deze nederigheid aan
Ik hoef geen slaven
Ik wil alleen maar koningen om me heen
—
gedachten, muizen
kinderen, helikopers, cv ketels
ze worden aan elkaar gelijk
op het moment
dat ze me wakkerhouden
ze zijn
klaarblijkelijk allen
uiteindelijk allen van
hetzelfde materiaal: geluid
ze vinden elkaar
in de gedeelde haat
tegen mijn slaap
zij zijn
van eenzelfde onbewuste
doelbewustheid
zoals stoffen
welhaast volmaakt samenvallen
in een explosie
—
Ik joeg
Mijn jeugd na
De
Aan arbeid
Plicht en lijden
Afgestane jaren
Ik besloot
In extase
Nooit meer
Zo oud te worden
Als toen
Toen ik nog jong was
Maar geen jeugd had
—
een goedemiddag
welkom
in de virtuele wereld
de angstloze
schaamteloze
onverantwoordelijke wereld
de wereld
van het overwonnen vlees
de wereld
niet
van man tegen man
maar
van
woord tegen woord
de woorden moeten
glimlachen
om en naar de dingen
waarvan zij
slechts de namen zijn
een goedemiddag
een goedemiddag
met
een geschreven glimlach
—
De eenzame man
Met tassen vol porno
Verliet hij de winkel
De man was een weduwnaar
Hij was nog altijd in rouw
De man had een hartkwaal
De man was een timmerman
Des avonds rukte hij zich suf
Als trok hij
Met een klauwhamer
En een tang
Kromme spijkers
Uit het hout
Van zijn kruis
—
Help de padden
In plastic emmers
Het dodelijk asfalt over
Wees als padvinders
Voor de bejaarden
Help de blinden
De doven
De dommen
Die generatie na generatie
Nog de verkeersregels niet kennen:
Eerst links kijken
Dan rechts
Dan weer links
En dan pas de weg over
Padden
Word het nu eens geen tijd
Dat jullie verstand krijgen
In plaats van hulp
Padden
Bouw pantsers
Maak geweren
En schiet de banden
Van de padblinde auto’s lek
Weiger de hulp van vrijwilligers
Kom van instinct tot intelligentie
Sla met een tik van de toverstaf
Generaties van evolutie over
En word mens
In een klap
Mens
Padden, tijgers, olifanten, giraffen
Al wat met uitsterven wordt bedreigd
Wordt nu eindelijk eens
Mens
—
Ik ben geen meester
In het maken
Ik ben een slaper
Ik ben een meester
In het alles laten
Zoals het is
Ik laat de wereld
Door mijn droom onaangeraakt
Want onhandig als ik ben
Heb ik geen handen maar vleugels
Waarmee ik alle goede raad
In de wind sla
Ik droom verder van het wonder
Van hoe het had kunnen zijn
Als we alles zo gelaten hadden
Als er nooit iets was gebeurd
—
Ik kan niet meer
Dan dit lichaam kan
Als ik spreek
Is het
Een mensenlichaam
Dat geluid maakt
En er is
Geen hoger geluid
Dan dat ik zingen kan
In de beperktheid
Van mijn bereik
De beperktheid
Van mijn registers
Ligt
De beperktheid van
Mijn denken
De sterfelijkheid van
Mijn denken
—
LA GRANDE FATIGUE
Niets doen blinkt
Verbindt
De dingen met mijn blindheid
Hen ontvalt kleur
Tastbaarheid
Zwaarte
Hen valt
De onmetelijkheid toe
Nu ze uiteengaan in
Mijn slaap
—
LA GRANDE FATIGUE
Dus zo zag men mij
Zo zonder oordeel
Zonder rang
Oogwit
Tegen een achtergrond van wit
Dus zo zag ik eruit
Voor de buitenwereld
Al degenen die mij gadesloegen
Mijn beeltenis verder droegen
Hun leven door
Een klank
Die hun bestaan begeleidde
Een flitsje licht
Dat op hun wereld viel
Een onopmerkelijk gezicht
In betekenis vederlicht
Wie mij voorbijging
Vergat
Wie hij voorbijging
Zo
Kon men mij zien
Of zelfs niet zien
—
LA GRANDE FATIGUE
Niets bijzonders zie ik
Niets is meer bijzonder dan
Mijn moeheid
Alleen wat rust
Voor dit vermoeide hart
Gloort aan de horizon
In de verte
In de toekomst
Steekt die rust
Boven alle dingen uit
Een sluier van slaap
Ligt weldra
Over elk voorwerp uitgespreid
De dingen
Die ondergaan
In mijn bewegingloosheid
—
LA GRANDE FATIGUE
Ik hoef
Geen handen meer
Geen huid
Mijn stem brengt
Geen geluid meer voort
Geen enkel woord
Nu
Ik
De betekenissen nader
In
Hun betekenisloosheid
—
LA GRANDE FATIGUE
Een foto
Alsof ik achteloos
Een blik werp in de spiegel
Veilig sta ik op de foto
Kom de foto niet meer uit
Kom niet meer van het papier
Niet van het moment af
Ik blijf nu hier
Moe
Was ik
Op dat moment
Mijn verschijning was me
Om het even
Een gezicht
Gelijkgeschakeld met
Alle verwachtingen die het wekt
Men nam een foto van mijn moeheid
Mijn onbevangenheid glimlachte
Ik kon me niet dwingen in
Een houding
Een pose
En goot me
In het vormeloze
In alles wat er van mij te maken viel
Een foto
—
LA GRANDE FATIGUE
De olifant
Dat is zijn slurf
De tijger
Zijn klauwen zijn sprong
De olifant
Zijn omvang zijn zwaarte
En ik
Ik ben mijn slaap
Krachteloosheid
Een reus van krachteloosheid
Een reus van onmacht
Ik wieg
De wereld in mijn slaap
Sleep de wereld mee
Mijn nachtelijke rust in
Stort de wereld
In de diepte van mijn rust
Terwijl ik me omdraai
Draai ik
De aarde uit
Slaap
Een goddelijke slaap
Slaap iedereen in
—
LA GRRANNDDE FFFATTTIGUE
Ik kijk niet aan
Maar heen
Ergens in de verte
Stuit niets
Op mijn blinde blik
Niets bijzonders zal ik
Waarnemen of gadeslaan
Ik kijk vanuit mijn moeheid
Naar
De moeheid die ik voel
Geen object in de ruimte
Kan zich onttrekken aan het moe
Dat mijn kijken beheerst
Elk object is moe van kleur
Met zware loden lijn getekend
Door schaduwen bijeengehouden
Om te voorkomen
Dat alle glans wegvloeit
—
PODIUMANGST
– zeg adelaar waarom sta jij daar?
-ik sta hier om wat ik kan
-wat kun jij?
-ik ken de woorden
-welke woorden?
-ik ken de woorden bij naam
-onze woorden hebben andere namen |
—
Spelvorm op de wip speel ik met gewicht springend van zwaar naar licht speel ik met lengte springend van laag naar hoog eenieder tonend hoe klein hoe groot ik oog steeds balancerend tussen veraf en dichtbij speel ik met dat ene beeld van mij
—
Kinderspel mijn dochter wast de stenen schoon en zacht de stenen ze stellen diamantjes voor
ze dienen niet om te verwonden de stenen dienen enkel mooi gevonden wie deze stenen werpt werpt kushandjes
—
Ik word geportretteerd
Terwijl hij me tekent
Somt hij mijn karaktertrekken op
Ik hoor alles hoogst verwonderd aan
Ik zit stil en manifesteer me niet
Voor een ander ben ik een open boek
Voor mezelf op een leeg doek
—
Het is altijd half twaalf
In niemandsland
Half twaalf
Is daar niet laat
Want het vroeg is weg
Het vroeg is er voorbij
Er is geen tijd
In niemandsland
Want wie moet er weg
De klok staat er stil
Elk moment van de dag
Kijk op de gezichten
Van al die niemanden
Een grote lach
Zie aan de gezichten
Hoe laat is het is
Hoe laat?
Alle tijd!
Alle tijd van de wereld!!
—
Ik sta niet toe
Dat een gebeurtenis
De toon zet
Van mijn verdere leven
Ik erken niet
Die dictatuur van
Dat ene moment
Nee
Andere kleuren
Andere dromen
Andere daden
Nieuw
Kunst
Ik wil herhaling voorkomen
Met jong geweld
Eeuwig jong geweld
Het geweld van extase
—
een hypnotiserende toon
aanslaan
is niet het juiste woord
het is een toon
die ondanks mij
doorgaat
ik kom een bekende tegen
daar
waar ik niet bekend wil zijn
en het brengt me niet
uit evenwicht
het stoort me niet
als er wordt gevraagd
hoe het met me gaat
ook al weet ik
absoluut niet
hoe het met me gaat
die toon:
het gaan zelf
—
Ik was in gedachten
Toen zocht ik
Een fles melk
Ik zag
De fles melk niet staan
Melkflessen
Zien er niet als woorden uit
—
Zo groot
En tegelijkertijd zo klein
Een goddelijke vonk
Die geen blijvend vuur aanwakkert
Scheppingsdrang
Die strandt op ergernis
Zien
Dat uitmondt in oordeel
Ontrouw aan poëzie
Niet schrijven
Maar stappen zetten
In een wereld
Die je niet ruim zit
Die de verwezenlijking is
Van een veel kleinere gedachte
—
KABBALLA
ik vertel me
op weg naar
tien
heb ik ineens veel meer gezien
iets heel anders dan
cijfers
ik noem
plots
de namen van
metalen
kleuren en planeten
ik tel niet meer tot tien
maar ik tel
terug tot god
met al mijn sefirot
—
Het voetbal
–
Is niet
De voetbal
Of
Een voetbal
–
Het voetbal
Is
Het voetballen
–
Niet
De voetballen
–
Voetbal
Dat is de bal
Met spelers en al
—
voorbij de grootsheid
de kleine woorden
die er ook zijn
ertussendoor
voorbij
het aanzien
het onaanzienlijke
dat er is
bewondering
wekt het niet
wel is het
vertrouwder
—
Ik heb geen fantasie
Ik schrijf zoals het is
Ik houd van je
Het is geen metafoor
Er bestaat geen vergelijking voor
Ik heb geen fantasie
Ik schrijf je een kaal
Maar welgemeend
Ik houd van je
Ik heb geen fantasie
Ik heb je lief
Hoeveel fantasie
Is er nodig om je lief te hebben
Ik heb liefde
Om je lief te hebben
—
Ik heb het uiterlijk van taal
En het innerlijk van stilte
Ik heb het innerlijk van schoonheid
En het uiterlijk van lelijkheid
Ik heb het uiterlijk van werkelijkheid
En het innerlijk van droom
Kijk me aan
Kijk de droom in de ogen
Zie wat ik had kunnen zijn
Aan de hand van wat ik ben
Zie de leugen die de waarheid is
Zie de gespletenheid
Die het leven is
—
Mijn wandelen is
Een geestelijk
Wandelen
Een geestelijk
Weg-
Wandelen
Uit
Verwarring
De wandeling uit
De wirwar
Van beelden
Naar
De orde
Van
Een à twee
Woorden
—
Ik meld niets
Ik toon
Ik teken
Deze woorden
Zijn
Niet meer
Dan
Een natuurkundig verschijnsel
—
blondheid
je haren geven licht
je ogen staan zo donker
twee zwarte kooltjes
met het vuur
van binnen
en in mij
gloeit het
—
Ik wil als de wind gaan liggen
Als ik moe ben
En ik wil als de storm ontsteken
Als de krachten in mij herleven
Ik wil zijn als de natuur
Gewetenloos kwaad doen
Maar ook gewetenloos goed
Ik hoef er
Geen hemel of hel
Voor in ruil
—
Mensen
Als Mengele
Waren
Geen engelen
Nee
Ze waren eng
En ang-
Staanjagend
Ik vind
Het vreemd
Dat ze hebben
Bestaan
Mengelen bestaan
—
MONDIG
Sprekend voor mezelf
Spreek ik soms anderen tegen
Ik heb een mond gekregen
En men zal dat weten ook
Er ligt iets pijnlijk eigens
In die mond
Iets onverzoenlijks
—
OLD MAN
Strompelt de trap op
Doet moeizaam zijn stappen
Een stok gaat hem voor
Strompelt
Door 1981
Augustus
Warme zomer
Selfservice restaurant
Discoklanken
Vleesgeworden anachronisme
Schuifelt vooruit
Dikke bril op
Hoorapparaat in
Onderlip
Bijna als tong uit zijn mond
Waar geen generatie meer aanhangt
—
REGENKIND
Stampen in de plassen
Ik vind er niets meer aan
Is het met mijn jeugd gedaan
Nu ik met een boog
Om alle plassen heen loop
Staat volwassen zijn gelijk
Met de afschuw van plassen
Nu ik niet meer stampend nat word
Word ik nu eindelijk
Volwassen
–
SELECTIE
heel dit leven is niet geleefd
want ik werd niet geboren
mij werd het misgund om mij
van heilige ontwikkelen tot boef
of omgekeerd
een kind
is het bijproduct van liefde
een investering in je oude dag
een pronkstuk voor familie
als het niet volmaakt is
is het niet waard om te worden gebaard
om lief te worden gehad
al het onvolmaakte
moet uit de schoot verstoten
pas met een volmaakt kind
begint het volmaakte leven
—
hij wijst
zomaar ergens heen
het kind
ik weet niet
waar
het aangewezene zich bevindt
ik weet niet
wat het is
wat hij aan wijst
de open ruimte
likt zijn vinger af
zijn vinger gedoopt
in een ondefinieerbaar doel
—
Ze wilden een kind
Dat kind werd ik
Toen wilden ze een man
En die man bleef kind
—
Iemand als ik
Moet naamloos zijn
Wat voor naam moet iemand hebben
Die zijn neus snuit
Zich aankleedt
Zich haast om naar zijn werk te gaan
En slaapt
Is er wel
Een naam voor een werkwoord
—
Ze zwaait met papier
Op het papier staan letters
Vette inkt
In inkt staat het onverbiddelijke
“Bloedbad in Bagdad”
Ze zwaait
Alsof ze zwaait met een vlag
Waarvan ze niet weet dat die met bloed is bevlekt
Ze zwaait met een vlag
Alsof er een koningin voorbijkomt
“Wees welkom koningin
Raak me aan
En ik voel me ook koningin”
Onder haar arm het Eindhovens Dagblad
Of is het de krantenkop
“Bloedbad in Bagdad”
Voorbijgangers houdt ze aan
“Hebt u interesse in een abonnement
Op het Eindhovens dagblad”
(het bloedbad in Bagdad)
Ik vrees dat zij geen kranten leest
Deze wereldvreemde schoonheid
Die ik vragen hoor:
“Wilt u een abonnement op
Het Eindhovens Bloedbad”
—
Onder de liefde
In de spiegel kijken
Hoe ik het doe
Hoe het is
De liefde
Hoe wij samen
De liefde vormen
Zien
Dat mijn liefde
Eindelijk niet meer alleen is
Zien
Hoe zij zich
-Eenmaal gedeeld-
Verhevigd ziet
Alsof wij samen
Atomen splijten
—
FUUTLAAN
Aan de ene kant
De huizen
Aan de andere kant
De struiken
De plaatsen voor
Rovers en zwervers
En iets verder
De treinen
Voor hen die komen
Van heinde en ver
Voor hen
Die nooit blijven
Daar woont Europa
Daar woont de wereld
—
Ik weet niet
Of dit wel een gedicht is
Ik weet alleen
Dat dit woorden zijn
Maar ik weet niet
Wat de dichtheid van
De woorden is
De woorden zijn samen hier
Ze genieten van
Elkaars gelijkheid
—
klein zo staat het daar je denkt aan alles alles komt bij je op zie je hoeveel dat klein bevat zulk een hard woord als klein zulk een hard ding als klein
—
de afmetingen van het vlees zijn alleen nog maar afmetingen er bestaat alleen nog maar klein kort dat haast geen vlees meer kan zijn zo kort
—
vrede schreef zij en ze bedoelde bezit is strafbaar wie goedvindt is medeplichtig wie zich niet verzet doet mee wie niet uitstapt die helpt mee om de moordmachine van het westen draaiende te houden die blijft een rad in het raderwerk van het kwaad ook wie besluiteloos toeziet hangt aan dat wat wordt misdaan
—
je zult maar zoveel en zulke lange poten hebben als een langpootmug je zult maar kunnen lopen tegen de muur en tegen het plafond omhoog met armen en benen veel langer dan je lijf en toch niets anders om handen hebben dan te lopen en te vluchten en van de hele wereld iets te duchten je zult maar een langpootmug zijn in de kamer van een mens en bewegen en gezien worden en je zult maar niet meer zijn
—
DOEN
de tafel opruimen
ik moet het doen
het boek lezen
het artikel schrijven
ik moet het doen
maar
doe ik het ook
of kijk ik slechts naar
wat ik moet doen
ik kan ook blijven kijken
het doen niet zien
het moeten niet zien
—
HYMNE
niet in een volk
van duitsers
belgen
nederlanders
europeanen
geloof
ik
ik
geloof
in een volk van
Zachtaardigen
en
Blijmoedigen
—
TSUNAMI
Het dode kind
Dat kan toch niet
Het kind zijn van die ouders
Nog in leven
In de verste verten
Lijkt de dood niet
Op het leven
Noch van de vader
Van wie hij de ogen had
Noch van de moeder
Van wie hij het kinnetje had
Heeft het kind
Die grauwe huidskleur
De doden
Zijn van een ander ras
—
de nacht
de eenzame nacht
ze verleent me
de ruimte om
te groeien
in het bijzijn
van anderen
lukt me dat niet
ik heb
de ogen, het licht
van het donker nodig
om te groeien
kritiekloos
naamloos
ik ben niet zo
bedreven in
de dingen van
het leven
was het altijd dag gebleven
was ik immer klein gebleven
—
Omdat
Alle mannen
Alle vrouwen willen
De man de vrouw
Een man een vrouw
Geen man geen vrouw
Wil ik jou
En jou en jou
—
Waar zit mijn onaangename kant?
Links of rechts?
Onder of boven?
Achter of voor?
Ik weet het niet
Ik weet alleen
Dat ik die het liefst versluier
Met een zo algemeen mogelijke gedrag
Alle regels van wellevendheid
Neem ik in acht
Oh, de zwaarte van die onzichtbaarheid
Van dat onzichtbaar houden
Mij gedeisd houden
Ik laat me helemaal niet zien
Ik doe alsof ik ben
In plaats van helemaal te zijn
Wie mij ziet
Die ziet in 1 oogopslag
De getergde blik van de geketende
Het onlevende, onvrij
Met mijn onaangename kant
Dood ik tevens mij
—
de portefeuille
ze schaart zich
bij al het verlorene
al waar ik niet naar
ben blijven kijken
ik moet slapen
om alles te hervinden
om niets
verloren te zijn
—
overzie ik mijn leven
dan herinner ik mij
een uitspraak van de directeur
van de meao
die een schokkende mededeling deed
over mij
jaren bleef die uitspraak
mij achtervolgen
“Willem heeft geen persoonlijkheid”
nu wil ik graag die uitspraak nuanceren
ik wil er zelfs tegen ageren
in wezen heeft hij gelijk
en in wezen heeft hij geen gelijk
ik ben nooit voor mezelf opgekomen
maar meer voor een meerderheid van stemmen
ik heb de persoonlijkheid van
een democratie
—
ZONDER VERKLARING er is zo weinig te begrijpen als je alleen maar ziet wat er is deze helderheid van maan nacht ster deze duidelijkheid
—
Van de vlinder en de roos
Een zang
Ze werd gewurgd
Door een roos zich sloot
Een roos die ging slapen
De roos ging dicht
Want er was geen licht
En voor haar geen lucht meer
Trage trage vlinder
Morgen
Als de zon opgaat
De roos weer opengaat
En je vleugels openklappen
Zal de roos voor je vliegen
Zal de roos je vliegen
Zal de roos vliegen
Zoals jij eens deed
Trage trage vlinder
De zon verdort je vleugels
Verwelkende vlinder
In bloeiende roos
Een bij zal schrikken
Maar even later
Honing halen uit je hoofd
Honing die smaakt naar
Zoete nachten
In het wilde licht
Honing
Die de bij zal meedragen
Als jouw verleden
En een bij vliegt
Met twee verledens
Van bloem naar bloem
En weet straks niet meer
Wat zijn eigen verleden is
en een vlinder
zonder verleden
krijgt de kleur van de roos
rozen rozen vlinder
een vlinder ruikt naar rozen
een vlinder ruikt naar maneschijn
tragen trage vlinder
rozen rozen vlinder
wie weet nog
dat je vlinder was
dat je vloog
van bloem naar bloem
van licht naar licht
de rozen zwijgen
slapen ontwaken
weten niet
dat een vlinder in hen is neergedaald
dat een vlinder
in hen
is
neergedaald
en roos werd
een roos
van hemel en aarde
een roos
van bloed en sneeuw
—
VII
Klokslag twaalf wordt de postkoets weer
Pompoen en veranderen de paarden weer
In muizen
Haastig verlaat Assepoester de balzaal
Om in ieders herinnering
Dat droombeeld te blijven
Rennend van de trap af verliest ze
Haar schoen: haar glazen muiltje
De baljurk slijt plots tot poetsvrouwkleren
Het haar verruilt het kroontje voor het hoofddoek
Klokslag twaalf
En niemand durft zij de verandering te tonen
Ze wenst niemand te laten weten
Dat niets meer is wat het was
Alleen haar glazen muiltje blijft van glas
Dat een kleine schoentje
Dat haar voetje perfect past
Is het enige van de tover
Dat nog over is
Het enig tastbare van de droom
Oh liefste
Zegt later
De prins
Toe
Pas dit glazen muiltje
En treed weer
In het voetspoor van de droom
—
Verstilling
De tijd aanraken
Opdat zij goud wordt
Of
Winst geeft
Of tenminste
Mee geeft
Opdat jij de tijd niet
Tegen hebt
Op de tijd drijft
De rode zee
De dode zee
Van tijd
—
TIJDELIJK GELUK
Je ging alleen naar huis
En je kwam heelhuids thuis
Wat een geluk
Je had kunnen worden verkracht
Je bent naar huis gegaan
En je hebt je lot ontlopen
Het lot was lief voor jou
Het begeleidde jou
Als een ware vriend
Nee
Je werd niet verkracht vannacht
Het lot heeft iets anders in gedachte
—
WONDER
Er valt iets stuk
Ik raap de scherven niet op
Ik loop er om heen
Ik loop tussen de scherven door
In volkomen aanvaarding
Van de situatie
Dans ik
Met het ongeluk
Met de nieuwe gestalte
Van de werkelijkheid
—
het weten
geplaatst
in
het onbekende
zonder
hypothese
bewijs maar eens
het idee
achter
de leegte
vind maar eens
een mening
in
het objectieve
vind maar eens
een oordeel
tussen
alle deeltjes
—
Mijn bloed
Mijn hoogstpersoonlijk bloed
Van bloedgroep A
Het stroomt door mijn lichaam
En het stroomt niet de straat van Hormuz in
Het is geen rivier
En het staat niet op de wereldkaart
Mijn lichaam is geen blijvend gebied
—
De tijd tikt onpersoonlijk door
Later worden
Is een verouderingsproces
Maar niet voor de tijd
Die met nog altijd even krachtige
Tikken en slagen blijft
Verstrijken
—
Het zichtbaarst van de tijd
Is het voorbijgaan
Beeldloosheid
Wordt op beeldloosheid gestapeld
Onpersoonlijk als ze is
Voelt ze zich nergens bij betrokken
Alleen de lucht betrekt
Wie naar buiten kijkt
Heeft geen weet van de tijd
Wie kijkt
Die ziet
Dat we in de wereld staan
Midden in de turbulentie
—
We zien via satelliet
Iemand die zich bevindt
Op een gebied
Iemand die niet zelf
Dat gebied is
Iemand
Op een plaats
Die zichzelf
En iets
Verplaatst
—
In een plas
Ondiep
Komt de hemel
Naar beneden
De hoogte
Haalt zichzelf omlaag
Ik kijk en zie
De hemel
Onder me
Ik kan stampen
In een plas
En stappen
Op een wolk
—
ik vergeet de planten
water te geven
en ik krijg even later
het verwijt
dat ik de planten
laat sterven
de planten
sterven uit zichzelf
zeg ik
ik zie de planten
ik zie
hoe ik vergeet
—
HOLLANDSE HERFST
we willen leiders kiezen
en weer wegsturen
met welgeteld 1 stem
met een rood potlood
zetten wij
koningen op de troon
en
met een rood potlood
roder dan zijn bloed
zetten wij hen weer
tot aftreden aan
aan het eind van alle revoluties
staan wij in een stemhokje
schrijvend
alles rood kleurend
zijn wij god en zijn gebod
door heel het land klinkt
onze rode stem
—
WK 2010
Kom
Kijk mee
Kom
Wees met me boos
Wees met me blij
Wees met mij teleurgesteld
Kom
Kijk mee
Laten we samen juichen
Als het doelpunt valt
Laten we samen treuren als
Het tegendoelpunt valt
Kom
Kijk mee
Laten we hoe dan ook
Elkaar in de armen vallen
Ons samenzijn als eindresultaat
—
DE VREUGDE VAN EEN DJ
vrolijk
leest hij het nieuws voor
ja, er is weer nieuws
er zijn doden gevallen
hij is zo blij
met het nieuws
zo blij als een kind
met sneeuw
er zijn doden gevallen
en ze blijven
zo mooi liggen
er zijn doden gevallen
ik heb
iets te vertellen
zoveel doden zijn er gevallen
en ze maken mij interessant
zie hoe ik groei
als ik vertel
dat er doden zijn gevallen
hoeveel doden er zijn gevallen
de doden
ze groeien op mijn rug
de doden
ze maken me groot
—
gezonder leven
het is denken
door kleiner te gaan schrijven
nooit
het einde van de bladzij te bereiken
—
ik houd me
aan de mij voorgeschreven
twee liter water per dag
toch gaat het sterven
haar eigen gang
ik doe aan ouder worden
zonder ook maar
de geringste vorm van inspanning
ik doe
met mijn gezondheidsstreven
enkel aan
verlenging van mijn leven
maar hoe gezond ik ook leef
de dood weerstreeft
de wens eeuwig te zijn
ik heb me te houden aan
de mij bemeten spanne tijd
wat baten mij
twee liter water per dag
geef me mijn bril
geef me mijn wijn
—
TELEKOMST
Je belt
En ieder is
Er niet
Er wel
Ook al neemt er iemand op
Men is niet werkelijk
Thuis voor jou
Je belt
Je zegt iets
Door de telefoon
En iemand zegt iets terug
En samen
Houdt men de de schijn hoog
Dat men praat
Dat er daadwerkelijk
Iets wordt gezegd
Maar
Eigenlijk klinkt gewoon
De in-gesprek-toon
—
HARING EN SLAGROOM
1
Haring
Slagroom
Afzonderlijk
Zijn ze beiden te genieten
Gezamenlijk
Is hun smaak onverenigbaar
2
Dus scheid ik de tijdstippen
Waarop ik hen tot mij neem
Donderdag de haring
Vrijdag de slagroom
3
Nooit zal ik kiezen
Tussen
Haring en slagroom
De keuze laat ik over
Aan het moment
Dat ik zin heb in haring
Trek heb in slagroom
—
VRAAG EN VORM
het heeft ergens de vorm van
het heeft iets van een lepel
maar niet helemaal
het heeft iets van een zeefje
maar het heeft vooral iets
van zichzelf
dit gevlochtene
dit vluchten voor
dit op de vlucht zijn voor
een uiteindelijke vorm
—
wat ik er mee moet doen
is
me afvragen
wat ik ermee moet doen
en het me misschien
niet eens
afvragen
—
wat zou het kunnen voorstellen
en waarvoor zou het kunnen dienen
ik weet het niet
ik weet alleen dat ik het hebben wilde
en dat ik het nu heb
niet als een ziekte
nee
eerder als
een prettig onbestemd gevoel
—
alsof het iets zou kunnen bevatten
alsof er iets mee zou kunnen worden gedaan
voorlopig is het goed zo
zo zonder waarom
daarom
daarom alleen al
alleen
—
waarom weet ik niet
maar het is volkomen nutteloos
daarom
niet
dat ik een verklaring zoek
ernaar kijken
is genoeg
ernaar kijken
en de vorm in me opnemen
alsof
het iets zou kunnen inhouden
alleen
de bestemming vermoeden
—
ik ruil het wanhopige
tegen het speelse in
ik wil heel licht
de dingen interpreteren
ik wil ze niet
die teneerdrukkende zwaarte geven
nee een begrijpelijke lichtheid
schrijf ik ze toe
een dansbaarheid
—