ONDERWORPEN ONTWORPENEN
Wie
Ontwerpt de sympathie?
We laten ons tekenen
We stappen binnen
De gereedgemaakte lijnen
De zich immer wijzigende contouren
Die ons naar iets en weer terug
Naar niets vervoeren
Wie
Schetst mijn verbazing
Mijn verdriet?
Wat we zeggen
Waarover we spreken
Het staat er niet bij getekend
Aan
De animatie
Zie ik de tekstballonnen ontbreken
God
Teken me
Gelukkig met
Het niet hoeven spreken
Teken de vrede
Met het zwijgen
—
Ik zag de foto
Ik weet niet
Of het koud is op
De animatie
Ik ben enkel
De beperkte
Ingevoerde
Informatie
Persoon X
Op het buitenweerse plein
In
Het volledig steriele
Suggestieve zijn
—
Ik loop
Althans
Dat wordt
Gesuggereerd
Dat
Er wel eens
Een loper
Zich ik gaat noemen
Voorlopig staat de loper
Op C1
Het gewenste
Coördinaat
—
De ruimte
Niet om uit te drukken
Evenmin
Te vullen
Alleen maar
Te ervaren als
Onverklaarbaar
De ruimte
Die je opblaast
Tot metafysische proporties
—
Hier ben ik
Getekend
Alvorens waargenomen
Voldoend
Aan de nominale maten
XL, 34- 34,44, 180
Mijn gestalte
Is in ieder geval
Ideaal
Ik hoef alleen nog maar
In beweging te komen
Mijn afmetingen te vertonen
—
Ruimte
Ooit in puin
Puike ruimte
De verte oogt hoog
Door het vooruitzicht
Een en al
Vooraanzicht
Een wandelaar
Kijkt om zich heen
Wanderlijk
(oh
wat een prachtige vergissing)
—
Ruimte
Maar niet te ruim
Wel te pruimen
Het plein
Als
Een heel aparte jas
Men loopt er
Van het ene naar
Het andere
Doelgericht
Wandelen
De opgerichte
Standbeelden
In beeld
Het ongedefinieerde
Men
—
Deze stad
Pilaren
Waar
Tussen
Alles behalve heiligen
Gewone mensen
Zonder nimbus
Verzin een aura
Ontdek een chakra
Reik allen de Chi
Deze mensen
Ik weet even niet
Wie van hen ik ken
Het zijn voorlopig
Wandelende
Mensgestalten
—
Ruimte
Ruimer dan ooit
Te voor
Wie bedacht dit
De ruimte
Tussen huizen
Gebouwen
Winkels
Midden in de stad
Een plein
Vol
Met mensen
Met menselijkheid
—
Kamer
Stille ruimte
Om te liggen
-Slaap
Om op te staan
(er)
(het weggelaten woord)
Niet
Om er te wandelen
Nee
Een kamer
In een huis
Waarin men is gehuisvest
—
Nu we het maken
Is de tekening
Voorzienigheid
Ik zie (ik wil)
Dat je hier
Je stap zult zetten
Getuigenis aflegt van
Je aanwezigheid
Door te lopen
Wel doorlopen
Ja
We rekenen niet
Op stilstaande beelden
De rechthoek is ontworpen
Op een bescheiden dynamiek
—
Al die namen
Van merken
Die voorbijglijden
Alsof het stemmen zijn
Koop me
Merk me op
Ik geef ze
Een even grote aandacht
Ik kijk niet
Ik glimlach meelijdend
—
We zijn hier bijeen
In de juiste hoeveelheid
Precies genoeg
Om de gewenste massa
Te vormen
Nee
Nu niet opstandig worden
We ontwerpen een plein
Een plan
Een ruimte waaraan
Je
Je
Dient te onderwerpen
We ontwerpen
Geen oneindigheid
—
We bewegen
Maar we bewegen niet
We hangen als lampionnen
Ondersteboven aan de plafonnen
Als versiering
Van de oorspronkelijk kale ruimte
We denken niet
Want dan verstoren we het idee
We gaan niet eens
Ergens heen
We zijn en blijven
Waargenomen op die ene plaats
De onderworpen ontworpenen
Binnen
De statistieken
Gaan we
Als iets
Ergens heen
Een zoveelste
Percentage
—
Een plein vol mensen
Een hoofd vol gedachten
Ik zag een maquette
De simulatie van
Hun uiterlijke aanwezigheid
Hun mogelijke
Aanwezigheid
Hoe bereken ik
Hun innerlijk
Alles
Stroomt uit
In de ruimte
—
Grote stad
Verstand
Niet nader
Aangeduid
Naamloos
Het vele
Samengevat
Dat wat
Gegroeid is
Op gepland
—
Het wegnemen
Van
Omgeving
Het weglaten
Neem
De kaders
Weg
En
De beperkingen
Lees dit
En geloof
Hierin
Dit spanningloze
Wacht
Niets
—
Ik leef
Op eigen kracht
Wil niet
Geschapen zijn
Of
Bedacht
Ik kom voort
Uit
Eigen wezen
Zijnde
Mijn eigen zijn
—
Dees deze
Ruimte
Waarin
Ik mij bevind
En
Mijn bevin-
Dingen doe
Dees deze
Ruimte
Waarin ik mij
Bevreemd
—
Grote stad
Grootheid
Daar is
Alles mee gezegd
Hoogte
Hoogheid van gebouw
Gebouw
Gebouwd
Niet nader
Omschreven
Product
—
–
Gebouw
Zolang
Ik het niet nader beschrijf
Niet nader
Noem
Blijft het
Hoe groot ook
Op grote
Afstand
Doet het niets
Is het niet
In
Herinnering
Gebouw
In herinnering
Bouwt ieder
Het eigen
Gebouw
—
In de macht van
De architectuur
Ik vertel
Aanwezig het luisteren
De aanwezigheid van
Alles wat
Mijn niets bevestigt
Ik veraanwezig
Luisterend mijn leegte
De luister van
De architectuur
Is
De ontluistering
Van mij
Een soort ik
—