SYRISCHE HAMSTERS
Er komen hamsters uit Syrië
Er komen hamsters uit de doodstrijd aldaar
Ze komen naar hier
Als huisdier
Een bezienswaardigheid in
De kamer
De tredmolen
Zie hun wangen bol staan
Leven
Ze hebben er hun mond vol van
—
WAARNEMINGEN
Depressief na
De maaltijd
Al dat vreten
Dat ik met me mee moet slepen
In plaats van een trap naar de hemel
Een loden kogel om mijn nek
Een brok verdriet in mijn keel
—
ONOOGLIJKE POSE
Zoals ze erbij staat
Zo van
“Waar laat ik mijn armen?
Denk ze even weg
Zou de maker van
De venus van Milo zeggen
Deze armen
Wie moeten ze omhelzen?
Deze armen
Die ik zie verlangen
Onzichtbaarheid
—
ASSOCIATIES
Hier staan niets anders dan
Woorden
Woorden roepen beelden op
Welk beeld
Roept het
Woord
Op
—
VRAGEN
Hoe zal deze dag verlopen?
Wat zal ik zeggen
Tegen wie?
Wat zal ik moeten zeggen tegen
Hem of haar die ik ontmoet?
Wie dwingt mij wat te zeggen?
En wie legt mij eens het zwijgen op?
—
VERWARRINGEN
War
En waren
Ik ben
In de oorlog
Ik graaf de loop
En loop de graaf
De waar declareren
The war to declare
Wirwar
Van waren
Wapens verhandeld
En luid en duidelijk
Herinner ik mij
Het woord
Bom
Een afkorting
Van
Bomen
—
ZWAARTE
De zwaarte bestaat niet
Zolang
Ik me
Ik me
Ik me
Voortbeweeg
Ik
Het zelf verder breng
In ieder geval
Heb ik nu
De vrijheid om
De zwaarte te negeren
—
WAT HET IS
Het kan een grillig landschap zijn
Het kan ook een statistiek zijn
Voorlopig is het een lijn
Die bij voortduring afwijkt
Van de rechtheid
Een lijn die contact zoekt
Met zowel boven als beneden
—
THEMA
Doos
Ik zei bijna dood
Ik zet de dood hier neer
Ik zeg maar
Doos
Wat een verschil
Tussen een s en een d
Wat maakt een letter verschil
Je krijgt via de telefoon te horen
Je bent een doos
Liever het scheldwoord
Dan het onontkoombare
Voor dood
Kun je je oren niet sluiten
Houd een schild voor je hart
Als dat woord wordt uitgesproken
—
TOESTANDEN
1
Hier
Waar we sliepen
De droom
Een goed heengaan
Wensten
Hier
Waar we druisten
Tegen de duisternis in
Ondanks gesloten ogen
Recht het geloven in keken
De gestorvenen bleken
Nog te leven
2
Niet zozeer
De druk van het zijn
Als wel
De druk
Van
Het herinnerd worden
De druk van
Het eenmaal gevormde beeld
Van jou
3
Wat je zegt
En ongewild
Later wordt herhaald
In plaats van
erroepen
4
In de spiegel
Terugkijken op
Je fouten
Niet vooruit
Het raam in
Naar
Grootse daden
5
Geluiden
Van naamlozen
Dingen
Mij niet toegeroepen
Ik kijk om
Er is niemand
Er is
Veelheid
Meer niet
6
Ga over
In
Naaktheid
Waarheid
Verander
Niet
Verzelf
—
BIJ EEN SCHILDERIJ
1
de hond is half
er is
een bepaalde zijde
een halt toegeroepen
hij verschijnt als
het verdwijnende
het net nog zichtbare
zwart-wit
2
De hond
Is
Het weggaande
Door
De
Deur
De laagte
van
Een luik
Wij zien
Geen omkijken
Maar een voortgaan
Doorgaan
Precies
Op de helft
stilstaan
3
het onzichtbare deel
sluit
op het zichtbare aan
we kennen
het verschijnsel
hond
precies
exact
voor de helft gescheiden
in
zichtbaar
en al niet meer
zichtbaar
4
hier
wie
ontmoet ik
hier
met wie
proost
ik
met
het niet bestaande
hier
aan de andere kant
van het herinnerde
daar ga je
hier
ofwel
die papier dat het zegt
proost
sterkte water
verrassend later
nu, blijf weg
5
is er
verwarring
of
verwaring
of
verwarming
wat verwaart
of
gaat bestaan
en wat verweert
zonder verweer
tegen
het vergaan
6
zoals
dit is
zo is
het mis
zo wordt het
gemist
zo wordt het
nooit
meer
7
het moment
het is ineens
uniek
wat zo bekend was
is
ineens zo onbekend
zo spoorloos
het laat
een indruk na
geen afdruk
8
moet je het wel tekenen
als je het niet kunt tekenen
kan er niet gewoon
een hand over het papier gaan
en het doen verschijnen
het wit doen wegtrekken als
een gordijn
9
vooral
het onbegrijpelijke
het laat zich niet
begrijpen
het laat zich raden
in al zijn radeloosheid
razend
10
om de beweging heen
sluipt het weg
sluist het zich
het ongeziene in
11
het moment gepakt
dat
hij door de deur gaat
voor de helft weggaat
uiteengerukt
ofwel
verdeeld
in weggaan
en
nog even blijven
nog even zichtbaar
zijn
12
het gaat
weg
je mist
het niet
het is
zo bekend
het is
je
zo gewoon
dat
het iets van terugkomen
in zich heeft
in zich
houdt
13
hier is het
voor de helft
het zichtbare van
de hond
het weggaan
oogt
als
nooit
echt weggaan
—
KLEIN VOORVAL
In de broek
Die ik gistermorgen droeg
Zit geen portemonnee
Ik rol vergeefs
De zakken
Er is even paniek
Ik ben even straatarm
Beroofd
Berooid
Houd de dief
Roep ik
Houd het verlies
—
ONGESCHIEDENIS
Op welke plaats
Valt de datum van
Het niet gebeurde
Ergens
In het voorlopige
Te veronderstellen
Ik verhaal er niet over
Ik hul mij in een groots zwijgen
Het niet gebeurde
Is te groot
Om te gebeuren
Het kan geen jaar vinden
Om te doen verblinden
—
MINIEM
Ik sta
Ik ga
Ik sta te kijken
En zie
Hoe ik erbij sta
Ik ga af
Op wat men ziet
Op wat men van mij wil zien
Ik kijk naar
Wat ik ga tonen
Ik ga aan het werk
—
ANSICHT
De oude foto
Zie
De tijd is niet
Gebleven
De huizen zijn
Ontspoord
Over blijft
Het licht
Van de foto
Die vergeelt
—
HEIMWEEVUIL
Daar is het. Of toen. Mijn grootfamilie. Daar aan tafel. Daar. In het inmiddels afgebroken huis. Mijn grootfamilie. Twee oma’s, een opa. Een oudtante. Verdwenen. Langzaam. Een voor een. Met genoeg tijd om uit beeld te verdwijnen. Kleiner wordend. Ronder. Terug in foetushouding. De gestalte. Rond als een punt achter de gestalte. We keken allen of we werden beloerd door het oog van de camera, dat oog van de naald. Dat neutrale oog dat nooit knippert en waaraan geen traan ontspringt. De foto wordt geknipt. Klik klinkt het. En we worden afgesneden van het moment.
…
Vorm
Volstrekt vorm
Los
Van inhoud
Vrij van
Wat het voorstelt
—
DIALOOG
A het blad viel
B en verder, en toen
A sneeuw viel
B de sneeuw, het sneeuw
A het sneeuwde
B en lag de sneeuw toen stil
A hij was stil totdat er iemand op trapte
B en klonk er geritsel, en wat zei de sneeuw
A ik weet alleen hoe hij oogde, ik kende alleen het signalement van de sneeuw, de sneeuw sprak: krak, maakte geluid onder invloed van voeten, de sneeuw werd vertrapt
B en klonk er protest, en steeg er een klaagzang op uit de sneeuw
A de sneeuw was niet wit van schrik, niet wit van woede, de sneeuw was enkel wit van sneeuw
—
GEWEER
Om te schieten
Om een mens in de verte te treffen
Hem tot zwijgen te brengen
Of
Om hem te verwonden
Die mens
Een geheim
Een gevaar achter de horizon
—
GEWEER 2
Die mens
Ik wil hem niet kennen
Ik ken hem van zijn vuur
Zijn wapen
Ik stel me hem voor
Als
Mijn moordenaar
Een mens
En
Een mens
We zijn
Aan elkaar gewaagd
En aan elkaar
Tegengesteld
—
GEWEER 3
Een mens
En
Een mens
Is
Een mens
Verschil
Een mens
Waarvan ik geen menselijkheid verwacht
Maar dood
—
GEWEER 4
a doden, hoe kom je erbij
B gewoon door er te zijn, word maar eens hier geboren, dan piep je wel anders, dan vraag je dat niet, dan vraag je om een geweer om mee te schieten
TEKEN EN DE
Ik teken-de
Ik maak-te
Een tekening
Wellicht
Maakte ik
De
Tekening
Ik tekende
Wat deed
De de
Achter teken
Zat hij verleden tijd te zijn
Zorgde hij voor verleden tijd
Ik tekende
Ik teken de
Ik teken nu
Niet meer
—
SCHRIJVEN
Ik schreef
De woorden waren veel te groot
Ik diende ze terug te brengen tot aanvaardbare proporties
Ik schreef
Woorden waaraan men mij kon meten
Ik schreef
Minder dan niets
—
ELEMENTAIR RAADSEL
Vier krachten. Ze werken op elkaar in. We proberen de kracht in krachten onder te verdelen. Eigenlijk is er alleen maar beweging.
De invloed van de maan op mij. De maan die met me praat, die ingaat op wat ik zeg, door er tegen in te gaan. De maan die klinkt als een vermaning. Ten volle
Explosie. Geen bewegingen meer, behalve dan de ontzetting. Het hervinden van de chaos
Eerst was er het woord. En daarna de oorlog( na de innerlijke strijd en het uitgebreide onderzoek)
Eerst was er de economie en vervolgens geen woord daarover (de wapenindustrie)
Eenvormige oerknal. Een term uit de wetenschap. In plaats van een scheldwoord
De oerknal was het startschot. De dingen luisterden naar het vooruit. Daar in de verte ligt de uiteindelijke vorm, die ze aan zullen nemen. Niemand wint. Ieder kleedt zich in verandering
Er is nergens een klok te horen. De tijd heeft geen richting. De tijd komt uit het niets. De tijd komt wellicht uit het midden voort. Nergens hoor ik het gelui van klokken. De tijd is lui of uitgestorven. Het is vijf uur, ik heb mij eeuwigheid verworven
—
Appel: val
En de appel
Gehoorzaamt
Aan het bevel
En
De natuurwet
Behalve natuurlijk
De ongehoorzame appel
De onbegrijpelijke appel
—
LICHT
Het licht is het oog van de dag
Dat me streng aankijkt
“Ik schijn over de wereld
Waarin jij hoort te handelen
Je moet zijn in mijn licht
Je moet zichtbaar zijn”
Ik sluit mijn ogen
En zoek de vergevingsgezindheid van het duister
—
RO-MAN
Een man
Hij heeft nog niets gedaan
Hij heeft nog niets betekend zonder naam
Ik weet niet wie hij is
Ik heb iets over hem gehoord
Gelezen wat hij heeft gedaan
Een man
Gelijk aan een geweerschot
Een man
Een onbekende man
Zo onbekend als zijn motief
En zo bekend als de handeling van
Elke man
—
MINIEM
Ik wil leven
In de schaduw van
Een suikerklontje
Zo weinig plaats innemend
Zo amper opgemerkt worden
Heerlijk zoet leven
En braaf
Geen heldendom nastreven
Maar een veilig
Lafaard schap
—
ZIJN EN HEBBEN
Wat ik heb
Bezit ik
In grijze zakken
Wat ik ben
Ben ik
Tussen zaken in
—
WALBURGSE GEDICHTEN
1
In herinnering
Is liefde
Nooit verleden tijd
We lachen nog altijd
Als het licht wordt
Lichter
Wordt
In onze weemoed
Duurt de liefde voort
Verleden
Wordt
Door geen enkel heden ooit
Verstoord
2
ik geloof het heden niet
mijn ogen zien
zoveel meer
dan verdriet
wat geweest is
is nu
3
je bent hier niet
en toch
volg ik overal je blik
overal
waar het licht op valt
ik zie
wat jij zou kunnen zien
mijn ogen
zijn hier
niet werkelijk
de mijne
4
hoe ver we ook
uit elkaar gaan
hier zullen we
altijd blijven staan
hier
waar we samen zijn geweest
hier
waar we samen zouden kunnen zijn
deze plek
hebben we steeds
in
het vooruitzicht
5
hier
ga ik naar toe
om jou te ontmoeten
ik weet dat je ergens bent
in dit licht
in deze schoonheid
deze ontroering
ik beweeg hier
en ergens beweeg ik met je mee
ik beweeg
zoals mijn gemoed beweegt
—
OORDEEL
Zoveel mislukte schoten
1 doelpunt
En
Je bent een held
Zoveel briljante acties
1 misser
En
Je bent een loser
—
FLARD
Herhaaldelijk
Om
Maar iets
Te opperen
Herhaaldelijk
Als
Rudimentair
Betoog
—
FLARD
Ja
En nog eens
Ja
En meer dan dat
Staat er niet
Ja, waarvoor
Ja, tegen wie
—
FLARD
De fles
Hij staat er niet
De te openen fles
De fles waaruit te drinken valt
De
Te interpreteren fles
Waar staat hij
Wat bevat hij
Behalve cassis
—
DRANG
Niet op ervaring
Stoelt dit schrijven
Maar
Op drang
Er wil iets zijn
Ik wil er zijn
Hier
Op dit papier
En dit zijn
Aan niemand weggeven
En dit zijn
Onder iedereen verdelen
—
TAAL
Deed ik
Het ik
Is
Een doen
Aan
Het doen
—
PYTHAGORAS
Ken
Het
Ma-
Ken
TJE
Zo ging het
Daar
Werd nog niets mee
Gezegd
Het werd gewoon
Gezegd
Het klonk
Zoals
Een steen
Dwars door een ruit
Kan klinken
Zoals ook
Stilte
Klinkt
—
WALBURGS
Ik zie je niet
Ik geloof
Mijn ogen niet
Ik geloof
In
Wat ik voel
—
WALBURGS
Met deze handen
Heb ik je vastgehouden
Deze handen hebben nog altijd
Dat vertrouwde van
Het strelen
Het liefkozen
Deze handen
Hoe leeg ook
Ze hebben altijd nog dat tedere
Ze hebben nog altijd
Alles voor je over
Dat alles
Dat nog altijd over is
Van jou
—
WALBURGS
We gaan niet uiteen
We blijven trouw aan dit moment
We blijven
Zoals het is
Hier
We blijven in September
Herfst vieren
Het licht nodigt
Tot niets anders
Dan tot dansen uit
We gaan niet uiteen
Het is onmogelijk te scheiden
Bij deze muziek
De elementen
Die ons samenbinden
—
WALBURGS
Ergens blijf je mijn geliefde
Al is het hier
Op deze plek
Waar wij nooit samen waren
Ergens blijft onze liefde bestaan
Naar deze plek gaan
Is
Opnieuw
Samengaan
Is
Terugkeren
Naar
Wie we samen waren
Die figuur
Die wij alleen
Nooit zouden kunnen zijn
Hier zijn
Is onze liefde herbeleven
Liefde
Tot herfstlicht verheven
—
WALBURGS
Ach liefde
Je was mooi als
De geliefde
Mooier nog
De liefde
Nam alle onvolkomenheden weg
Er schuilde iets van
Het volmakende in
De liefde
De liefde
Hoe vaak herhaal ik het woord niet
In mijn verlangen
In mijn verdriet
Van
Onze
Liefde
Bleef
De
Liefde
Over
—
MEDIA VITA
Hoe ziet de toekomst van
Een bijna negenvijftigjarige eruit
Hij wordt niet langer
Door ideeën op sleeptouw genomen
Hij loopt aan de leiband van het verleden
Waarin hij veel ongeloof vergaarde
Voor zijn cynisme
—
MOTTO
snel schrijven
nog voor ik ga begrijpen
waarover ik schrijf
—
EXPRESSIONISME
ik praat het beeld
ik spreek het beeld
ik beweeg
gevoelvol
vol emotie
het beeld onscherp
het beeld
is zenuwbeeld
—
KARWEI
de gele figuren
dragen
het geel
niet als last
maar ter herkenning
hen
is het geel toegewezen
de gele figuren
zowel
als
de gele bloemen
—
OOGSTLIED
zo hoog
staat het mais
de oogst
kan niet mislukken
de droogte heeft niet
overheerst
en een overvloed aan regen
zorgde niet voor
kleine kolven
het mais staat hoog
weldra wordt de bodem
van de laadwagen
onder maiskorrels bedolven
—
WALBURGS
onze liefde
was verweven
met deze schoonheid
zo mooi
kan de muziek zijn
de natuur zijn
de liefde zijn
vreemd
nu
te moeten schrijven
over onze liefde
in
verleden tijd
—
VAATSTRA
Hij ziet zijn dochter niet meer levend lachen. Hij ziet zijn eigen portret steeds weer in de kranten. Hij leeft verder als bitterheid, als droefheid. Hij heeft de moordenaar gezien, staande in de rechtszaal. Geen wraak, hoe zoet ook, zal zijn dochter tot leven brengen. Hij stond oog in oog met de moordenaar van zijn dochter, de moordenaar die het laatste levenslicht in die ogen heeft gezien. De vader trof de dochter dood aan in het weiland. Van de dader toen nog geen spoor. Met het ontluiken van haar schoonheid, haar begeerlijkheid, ontlook tevens de waanzin van, de wreedheid van de wereld. De vrees van alle vaders verenigde zich in de afschuw van die ene vader toen die morgen. Wat een morgen. Wat een vreselijk morgen moet dat zijn geweest. Met het eerste licht de eerste aanblik van een dode
—
PERSOON
Wat leeft er in mij.? Een medeleven. Ook de ander heeft een huis in mij, zoals de ander in mij een oor vindt, dat luistert en een hand die de wonden probeert toe te dekken
Jullie pijn is onzichtbaar. Jullie pijn ben ik
—
MIJN
Stilte
Dit is
Het nieuwe van
De taal
Het
Door zwijgen
Dit zwijgen
Gezuiverde
—
HISTORIE
De stilte vertelt zichzelf een spanningsloos verhaal. Desalniettemin is het een verhaal. Het begint zoals het afloopt. Een grote lijn van stilte, ontspannen.
—
STILS
In
De stilte
Een
Beperkt
Aantal
Woorden
Zwijgen
Om
Precies
Te zijn
—
MIJNS
Wat
Verzwijgt dit
Wat roept het op
We laten het
Het laat zich
Ik ben
Stilte
Ik ben
Stil
—
MIJNS
Het is
Stil
Het blijft
Stil
De stilte
Ver-
Nieuwt zich
Niet
De stilte
Zet
Zich voort
Het is
Stil
De stilte
Ziet zich
Voortgezet
—
MIJNSS
Het is stil
Ik ben stil
Vereenzelvigd
Met
Wat ik hoor
Met
Wat mij beweegt
Deze woorden
In die stilte
Het aangewezen
Ongeluid
Ik ben stil
In
Mijn stilte
—
MIJNSSS
Het
Schrijven
Heeft
Geen naam
Het schrijven
Heeft
De naam van
Het geschrevene
—
MIJNSSSS
Zwijg
Het zwijgen
Dat
Naar
Binnen
Wijst
Dat
Niet
Eens
Wijst
Weigert
Te
Wijzen
Volop
Zwijgt
Richtingloos
—
MIJNSSSSSSSS
Er is
Geen richting
In
De punt
Er is
Een plaats
Waar
De punt
Staat
De exactheid
Het exacte
Van
De punt
Als
Extract
Van
Een
Aanwezigheid
—
MIJNSSSSSSSS
Het woord
Met
1 been
In
De muziek
En
1 been
In
De stilte
Meer
Zeg ik niet
Minder
Zing ik niet
—
SPREUK
In
Orde
Is
In stilstand
—
GEBEURTENIS
Alles
Plaatst zichzelf
Alles heeft plaats
Alles
Heeft plaats
Genoeg voor
Zichzelf
Alles heeft plaats
Op
De aangewezen plaats:
Het tijdstip
Een stipje
In de tijd
—
VERLEDEN TOEKOMST
Ik
Heb
Het niet gedaan
Betekent
Ik
Doe het niet
—
MIJ
Stilte
Als
Een steen
Rechtop
Gelijkmatig
Gepolijst
Egaal
Onaangetast
Stilte
Als
Een stem
Die doorgaat met
Niet te klinken
Stilte
Die tot taak heeft
Daar
Te
Zijn
Het daar
—
MI
Is wit
Een kleur
En stilte
Een geluid
En
Als ik
De stilte eens
Wit
Kleur
Het geluid demp
Met
Sneeuw
—
M
Het blauw
Wordt blauwer
En
De tak
Takkiger
En ik
Intensiveer
Mijn
Ik
—
FANTASIE
We nemen rood
Als kleur
Als voorbeeld
Verbeeld ik hiermee
De wereld?
Rood is geen kleur
Maar een verzinsel
—
ASSSO
Men ziet mij
Bij het begin
Beginnen
Houtwol
De geur van urine
Twee dingen
Zo verschillend
En toch zo samen
Op dit tijdstip
Dit lauw beleven
Koud
En uiterst kil
Beschreven
Ik weet niet
Hoe dit verder voert
Voer het uit
—
ZONDER TIJDSTIP
Er bestaat geen ander beeld van
De tijd
Dan
Deze cijfers
Ik
Die de getallen
Van
De tijd vaststel
7.47
Het is een meting
Van de tijd
Een piepklein tijdstipje
Het is mijn tijd
En de tijd
Van
Mijn leven
—
ONDERBREKINGEN
1
Het woord als vormgeving
De woorden als ingeving
2
De naam die staat
Als een aangegeven tijd
Het is zo heet
Zo heet de tijd
3
De oude vrouw een kaakslag toedienen
Vanwege de gedachte
Die zij over mij zou kunnen hebben
Elke gedachte verwijderen
Elk denken
4
Ik wil worden bevrijd van
Gedachten over mij
Wie me aankijkt
Die is al bezig
Een oordeel over mij te vormen
Mij te misvormen met zijn oordeel
—
5
Niet het poëtische
Wel
Het meest wezenlijke
6
Deze muur
Deze angst
Beiden aanwijsbaar
Leesbaar
7
Deze muur
Deze angst
Benoemd
Weliswaar
Maar
Waarvoor
—
Het Het
Het Het
Het Het
Het Het
Het
De verdubbeling de verdubbeling de verdubbeling de verdub
—
ONDERBREKINGEN 2
1
Vermogen
Wat in mijn vermogen ligt
Wat op de bank staat
Dit
Dit
Wat ik bezit
Aan aandelen en onvermogen
Wat ik tekort kom aan geweten
2
In deze stilte hoor ik
Wat is gezegd
In deze stilte hoor ik
Wat werkelijk is
Wat nu is
En wat nu betekent
In deze stilte
Hoor ik de stilte zelf niet
3
Een paar pieken van onkunde, schaamte
Het woord schaamte is genoemd
En nu
Op weg naar volmaaktheid
Of volmaakte onzichtbaarheid
—
ONDERBREKINGEN III
1
Opgaand in de dingen die ik doe
En
De herinneringen die dat weer oplevert
De spiegel
Die het verleden je voorhoudt
Je spiegelbeeld
Je schaamtebeeld
2
Het nu
Onzijdiger kan het niet
3
Wat weet ik van je
Wat durf ik van jou te weten te komen
En wat durf ik zelf te laten weten
Zeg me
Waar is de veilige ingang tot elkaar
—
ONDERBREKINGEN IV
1
Zin
Welk woord komt er na
Dat woord
Behalve deze woorden
Deze vraag
Komt na zin
Alleen de komma en daarna
De oneindige leegte
Zin,
—
T
De t
De enige constante
In deze tijd
Overheerst door
Tijdelijkheid
De t
Verlicht
Er roodomrand
De t
Van tv
Ik kijk
De t
Zonder v
Ik schrijf
Hem
Ik
Schrijf t
Schrijft
De t van al wat er aan de hand is
De t van Cyprus
De t van Jihad
De t van crisis
Even rijk als Croesus
De t van Tegelen
En zijn passiespelen
Passie spelen
Hier
Het woord
En
De woorden die zichzelf tegenspreken
De t
Van echt waar
Van
Waarder kan het niet
De t
Van echt zwaar
En echtpaar
Echt raar
Hoe echt is
Onwaar
Hoe echt hoe recht is
Onecht
t
t
t
t
ik ben de tekenaar
van
t
de schrijver van
die ene letter
t
de t
waarvoor je je niet hoeft te schamen
de t
in
het niet
het
niet van spijt
de t
van
net niet
het lot
dat eindigt op
een t
zoals
zoveel
—
LEES MAAR
Hier staat
Weinig
Hier staat
Niets
Hier staat
Dit
En
Wat er staat
Staat
Er
Ook
Echt
—
Hier staat veel te weinig
Wat
Verwacht je
Het is een vraag
Het is
Niet
Een antwoord
Dat er staat
—
STILSTAAN BIJ STAAN
Het staan
Het is
Een houding
Wil je
Opstaan voor
Het staan
Of
Opstaan tegen
Het staan
In
Of
Uit
Beweging komen
—
STILSTAND
Dit is iets nieuws
Dit is
Het unieke tijdstip
24-3-2013
Op mijn kalender
23.57
Op mijn klok
Je bent getuige
Van een tijd
Die stilstaat
Ook
Dit gedicht
Staat
Stil
—
STILSTAND 2
Het is stil
Ik schrijf
Geen nieuwe woorden
Het is stil
Ik herhaal
Het feit
De stilte
Het blijft stil
Ik schrijf
Dat ik
De stilte
Niet stiller
Maken
Wil
—
DIEPTE
Aanwezig
Als
Al
Het aanwezige
Legt
Het vormende
Zich vorm op
In
De plicht
Tot
Zijn
Tot
Manifestatie:
Daar zijn
—
DE MEESTE WEERSTAND
De lange weg
Is
De bedachtzaamste
De lange
Weg
Is
De meest
Wijze
Weg
De lange
Weg
Heel
Traag
Zo traag
Dat zij de snelheid
Voorbij-
Streeft
—
HET ONVERWACHTE
1
Zes graden zou het worden
In het weekend
Het werden er maar
Drie
Vergeefs
Wacht ik op de warmte
De warmte
Ze wordt alleen nog maar voorspeld
2
Onverwachte koude
Je rekent er niet op
Dat het ineens zo koud kon worden
Klokslag zeven
Zaterdagavond
De koude van het leven
—
EENS
Kijken
Maar
Ik kan alleen maar
Lezen
Kijken
Maar
Ik kan alleen maar
Zien
—
VERZITTING
I
Ik zit op de plaats
Waar ik zat
De stoel is nog warm
Van mezelf
Ik schrijf
Waar ik schreef
Een gedicht
2
Ik ga verzitten
Zit op de plaats
Waar nog niemand zat
Een nieuwe stoel
Vanaf die stoel, die uitkijktoren
Bekijk ik
De plaatsen waar ik zat
De deuken in het stof
Alweer met wat stof overdekt
3
Waar ik nu zit
Zat Rogier
Zou hij hier nog zitten
Dan zat ik op zijn schoot
Hij zit hier niet
Hier zit ik nu
Hier
Waar gisteren Rogier zat
Als ik opsta
Blijft mijn plaats bestaan
Pas als Rogier hier is
Zal mijn plaats vergaan
Tegenover Rogier zal ik zitten
En toezien
Handenwrijvend
Hoe mijn plaats vergaat
—
4
Zo dwarrel ik door de kamer
Een deeltje stof
Bedek de stoelen
De banken
En neem de glans van de fles
Mijn hand legt zich zachtjes
Op het binnenvallend licht
Ik betast de tijd
Mijn vinger gaat
Over het stof
Op het bodemloze
—
ZINGEN ZEGGEN DICHTEN
In
Meerdere toonaarden
De ontkenning
Wat
Ik daarmee zeggen wil
Is
Niets
Eerder
Wat ik daarmee
Zingen
Kan
In golven van
Ontzetting
—
II
Dit is
Een tentoonstellingsruimte
Hier staan woorden
Die
Zichzelf laten
Zien
Woorden
Om
Te
Zien
Woorden
Met
Ogen
—
IN TEL
Mijn bloemen
Geel
En rood en
Blauw
Twee
Bij twee bij
Twee
En ook
Twee gele
Vaatdoeken
Aan de lijn
Ik vergat
Een witte
Een
Is
In de minderheid
Op de rand van
Vergeten
En daardoor
Des te opvallender
—
SENSATIE
Het blad van de krant
Kietelt mijn been
Ik schrijf
In eerste instantie
Het gekietel
Aan een vlieg toe
Een vlieg heeft daartoe
Het eerste recht
—
IN TEL
Vier
Wat zijn dat
Vier wolken
Vier glazen
Vier glas
Vier
Nog even
En het is
Vuur
Die de brand zet
In al wat komt
Na vier
De alleenheerschappij
Van
Vier
—
ZONDER TITEL
Ik denk niet
Ik spreek niet
Ik formuleer
Pure vorm
—
VISIES VAN EEN FILMER
De camera, de dingen
En
Daartussen
Het woord
Even kaal als
Al het ongenoemde
Het oog
Sluit zich om de mond
Het toont
Hetgeen het verzwijgt
—
SOMBER BEELD
Amsterdam
Het vooruitzicht van
Regen
Duiven
De ratten van
De stad
De ratten van
Het luchtruim
En wolken
Als schuim
Aan de horizon
—
ROUW IN WIT
Waar is de melk
Ik zie wit
Het wit van wolken
Het wit van ijs
Waar is de melk van
Het paradijs
Ik zie wit
Zo vluchtig
Zo hard en zo koud
Waar is de melk
Waar ik van houd
Je vraagt:
Welke melk
Je weet heel goed
Welke melk
Niet elke melk
Niet de melk uit pakken
Uit flessen, flacons
Wel
De melk uit het heilige
Het toegewijde
De melk
De bijzondere melk
Speciaal voor jou
De melk
Ooit gonzend boven je hoofd
De dierbaarste melk
Een melk naar je hart
In pijplijnen stromend naar
Het universum
De moederwarme melk
Nevelmelk
Die wrevelmelk is geworden
Wervelmelk
In kolkstromen van verdriet
Gestolde melk
Tot
Stilstand
Gekomen
Melk
—
BENIJDENIS
Het water stroomde
Ik benijdde de gelijkmoedigheid
Waarmee het water stroomde
Het water stoomde
Schijnbaar aan alles voorbij
Gelukzalig in zichzelf gekeerd
Het stromen was het water genoeg
Het kende zijn bedding
Het kende zijn plaats
Vertrouwd als het was
Met de eigen eeuwige beweging
Begin en einde aaneengeschakeld
Zonder bron en zonder haven
Zo leek het water te stromen
Alle verhalen verhullend
In een kabbelend zwijgen
—
ONBEGRIP
Je wilt de dood
Met beide handen
Bij de keel grijpen
Hem in het gezicht schreeuwen:
“Geef terug
Geef terug”
De dood is doof
Blijft ijzig
Kalm
Het levenseinde heeft geen gezicht
Het heeft de wreedheid van een bericht
“Meghalt a mammi”
Hevig snikkend uitgesproken
Je wilt je oren niet geloven
Maar
De stilte houdt je ondersteboven
—
ONGELOOF
Suggereer
De komma
Zet de aanval in
Op de punt
Het definitieve
Herhaal
Tot in het oneindige
Lieve, lieve, lieve ….
—
ADMINISTRATIE
Boekhoudboek
Datum
Omschrijving
Bedrag
13-10-2012
Een doodsbericht
9-11-2012
Een begrafenis
Boek over
Leven naar
Niet leven
Post-memorie
—
ROUW
Een boom
In mooie herfstkleur
Nu nog
De bijpassende muziek
Marche funebre
—
GESTRAFT MISBRUIK
In het gras
De ijzeren schaduw
Verroest:
Van Gogh!
Hier liep hij
Onopgemerkt
Een en al opmerkingsgave
Hier liep hij
Zijn gestalte
Te verwezenlijken
Maar meer nog
Het idee
Hij liep voort
In de drang tot
Voortbrengen
—
TASTBAAR VOELBAAR
Jij bracht voort
Al diegenen
Die jou zouden gaan missen
Jij omringde je
Met mensen
Waar je goed voor was
Je bent goed voelbaar
Nu je ons ontvallen bent
Het is goed te voelen
Dat je er niet meer bent
Het voelt niet goed
—
SIER EN NUT
Watertoren
Ze zal
Ongetwijfeld ooit
Van nut zijn geweest
Van baksteen is ze
Haar enige functie
Nu
Is
Mooi zijn
Exemplarisch voor
De schoonheid
Van
Watertorens
—
SCENARIO
Bij thuiskomst wachten mij
De plastic zakken op
Heb ik hen daar
Op tafel neergelegd
Of hebben zij
Zichzelf zo geënsceneerd
—
DE MAKER VAN UITZICHT
Plaats
Het raam in
De lijst
Een bewijs
Voor
De naamloosheid van
De maker
Het werk
Blijft
Ongesigneerd
Plaats
Een lijst om
Het raam
En
De naamloosheid
Om
De naam
—
WINTER GEDICHT
Boomgaarden. Paaszaterdag in de Betuwe. Ik zat in de trein naar Zutphen. Ik keek uit het raam en zag de bomen schuimen van bloesem. Bomen. Ik zie jullie nu wachten in alle kaalte. Op Vrijdag 22 maart, een week voor goede vrijdag, zijn alle takken nog wit van de vorst. Wat duurt de winter lang. Lente, haast je. Het is jouw tijd nu. Lente, verover de ruimte. Lente, waar blijf je. Het café is open en ik zie nog geen enkele klant. Ik zie slechts een enkel teken, een enkel groen knopje. Lente, wat ben je nog klein, wat ben je nog ver. Bloesem, hoe kan ik je doen bloeien. Hoe kan ik mijn ongeduld, mijn verlangen omzetten in een groeihormoon. Lente, ik wacht me, ik smacht me te pletter
—
RIJDEN
Rijdt
Gereden
Zal waarschijnlijk gereden hebben
Hoort eigenlijk te rijden
Rijdt vooralsnog niet
—
REISGEDICHT
Ik reis
Ik hoef niet zo nodig ergens te zijn
Ik hoef niet zo nodig ergens aan te komen
Als ik maar weg ben van huis
Als ik maar even aan het reizen kan blijven
In mijn huis word ik opgejaagd
Door de toekomst
Door al die dingen
Die ik nog moet doen
Ik reis
Ik ben op reis
En waar ik aan zal komen
Is mij om het even
Als ik maar even weg kan zijn
Even
Mijn vroegere leven niet herinner
—
REISGEDICHT
Mensen stappen in de trein. Mensen met verschillende gezichten, verschillende namen. Mensen. Ik ken geen van hen. Ik ken alleen het mens-zijn van de mensen, dat waarin zij lijken op mij. Mensen, ze doen me na in ademen. In het hebben van onzichtbare gedachten, onkenbare verledens, in het achterhouden van verhalen. Mensen. Een voor een moet ik naar hen op zoek. En velen zal ik nooit vinden, nooit kennen. Nooit bereiken.
—
ASPERGE GEDICHT
Onder zwart plastic
Wit goud
Dat wacht
Om te worden gedolven
En naar de mond gebracht
Over de akker
Speelt het licht
Op de donker glanzende golven
Aarde herbergt
De vooralsnog verborgen smaak
Van asperges
—
ASPERGE GEDICHT VERSIE TWEE
Ik kijk uit het raam van de trein
Als iemand me wijst
“Daar
Het witte goud”
Ik zie zwart plastic
We rijden door de Peel
Hier werd vroeger turf gestoken
Daar denk ik aan
Het zwarte goud
Turf
En de zwarte plak
Een plek uit de oorlog
Ik zie zwart plastic
En langzaam wordt het me duidelijk
Zwart plastic beschermt de asperges
Het witte goud wordt hier gedolven
Ik breng de naam naar de mond
En herinner mij de smaak
Het witte goud
Ik breng het vredig en verzaligd
Naar binnen
Ik sluit mijn ogen
Om niets dan wit te zien
Zo zacht kan wit zijn
Ik kijk naar buiten
En hap naar lucht, naar aarde
—
SCHRIJVEN
Schrijvend
Aan geen enkele
Emotie
Ten prooi
Enkel
Werkend
Aan
De vorm
Voor
De vorm
—
ABBATOIR
Slachtafval
Ik hoor de varkens schreeuwen
Des avonds eet ik spek
Dat smaakt naar doodsangst
—
SCHRIJVEN
I
Alles
Staat er
Onvermeld
Het blijft
Staan
Wat er staat
Staat er
Maar
Niet hier
—
II
Wat er staat
Het houdt zich afzijdig
Ik zie het
Maar verleen het geen naam
Ik ben te onaangedaan
—
III
Wat er staat
Het blijft neutraal
Het neemt me niet
Bij de hand
Bij het hart
Het wil zijn naam niet schrijven
Het wil onbeschreven blijven
—
IV
Er is geen sprake van
Ontroering
Het beroert me
Op geen enkele wijze
Het had er ook gewoonweg
Niet kunnen staan
Net zo min als ik
Heeft het recht op
Een verhaal
—
V
Wat er staat
Je moet het zien
Niet lezen
Ik laat het
onbeschreven
—
NAAM
Perzik
Niet dat ik
Die eet
Wel
Dat ik die vermeld
Om
De een
Of andere
Duistere reden
Het woord
Dat zich voordoet
Op
Die eerste regel
—
NAAM 2
Leegstand
De klok is
Stil blijven staan
Ik
Begrijp het niet
Ik
Pas op de vierde regel
Voor de eerste keer geschreven
Wat heeft dit alles
Met elkaar te maken
Wat verbindt
De dingen
De inkt der onwezenlijkheid?
???
-tig
Na
Het
-sime
Tel
Tot
-ig
Tel
Tot
Raad-
Sel
—
NAAM 3
Desolaat
Het groen
Ik noem maar iets
Er bestaat
Geen bewijs
Je moet het
Van me aannemen
Je moet me
Op dit woord geloven