ARS PROFETICA
Kijk zegt hij
Hier praat ik over
En hij haalt van zijn tong
Een woord
Een duidelijk woord
Maar voor 1 uitleg opvatbaar
Met dit woord zegt hij
Maak ik een einde
Aan alle verwarring
Die er heerst
Want dit woord zegt hij
Is het einde
Dit compacte woord
Dat alle woorden omvat
Zal ik van hand tot hand
Laten gaan zodat ieder kan
Voelen wat ik bedoel
En alles wat ik zeg zegt hij
Zal niet alleen het oor of
Het oog ingaan maar ook
Het bloed het hart
Het woord zal voortaan
Een lichaamsfunctie krijgen
Want ieder mens wenst
Te worden verstaan
En zegt hij zeg ik
Het woord zal brood zijn
Het woord zal wijn zijn
Het woord zal liefhebben
Vanaf nu
ars profetica:
—
van mijn dochter
“IETS”
Antwoordt zij
Als ik haar vraag
Wat zij gaat maken
“IETS”
Zegt zij
Die van zelfvertrouwen blaakt
Niet driest op zoek gaat naar een naam
Maar het gemaakte rustig zonder definitie laat
De naam, die komt vanzelf wel
Die volgt op de vorm:
Drie, vier stukken hout
Met wat spijkers aan elkaar verbonden
En zelfs als er aan hetgeen dat is ontstaan
Geen naam wordt toegevoegd
Is het goed
Allereerst moet er komen
Allereerst moet het gemaakt
Bestaat het minder zonder naam?
Bestaat het onomschreven niet?
Haar hand laat zij het zeggen
Haar hand benoemt
De losse stukken tot een vorm
Het ding is leesbaar in de ruimte
En draagt van de maker
De naam
Van mijn dochter:
—
BOLERO
Ik pak 75 lagers uit
75x haal ik de kogellager
uit de doos
uit de folie eromheen
75x zie ik
het zwart van rubber
het blinken van nikkelchroom
de rondheid van
de kogellager
terwijl ik had kunnen slapen
de wereld had kunnen zien
terwijl
ik eigenlijk dronken had moeten zijn
werk ik
pak ik kogellagers uit
Julius Caesar veroverde Europa
Einstein ontdekte
de relativiteitstheorie
Da Vinci probeerde
het vliegtuig uit te vinden
en ik
ik pakte kogellagers uit
ik pak kogellagers uit
en ik zal terugzien op mijn leven
als op 75 kogellagers
netjes uitgepakt
tezamen in een grote doos
blinkend
in een fel tl-licht
bolero:
—
HONGER
Mag ik even met je praten
Over iets gewoons als
Het weer of
De dikte van je winterlaarzen
Laten we het niet hebben over
Over mij
Over hoe koud ik het heb
Laten we praten over
Hoe koud het is
Voor ons beiden
Laten we
Pratend over weer
En winterlaarzen
Elkaar zeggen
Hoe zeer we elkaar missen
Hoe we samen lijden
Door de stiltes
Van elkaar gescheiden
—
VROLIJKE MANNELIJKE ELEGIE
I
Hoera
Een jongen
Hoorde ik
Blijkbaar
Was er iemand
Blij met mij
Toen
Bezag ik
Mijn geslacht
En dacht
Hier wordt wat
Van mij verwacht
Hieraan
Word ik voortaan
Gemeten
II
Deze roede
Bleek
Een wichelroede
Elk vermoeden van een bron
Liep ik achterna
Zodra ik kon
Zo
Lonkte men mij
In een spelonk
Een vriendelijk ravijn
Waar pijn
Tijdelijk
Wordt ervaren als genot
Ik liep me
Op mijn lust kapot
III
En dit lid
Dwong mij in het gelid
Ik
Moest met alle mannen mee
Ik ben een jongen
Riep ik nog
Maar ik was al oud
Getrouwd voor ik wist
Ik ben geen man
Riep ik
Maar
Ik had al een baard
Een donkere stem
Een lichaamslengte van
Eenmetereenentachtig
Ik ben geen man
Riep ik
Ik ben die baard niet waard
Maar hij groeide al
Zoals alles groeide
Tegen
Mijn streven in
IV
Ik wil
Eigenlijk
Mijn gezicht
En mijn geslacht bedekken
Het mag niet uitlekken
Dat ik een man ben
Alleen mijn ogen mag men zien
Mijn eeuwig verbaasd kijkende ogen
Verbazing
In zwart en blauw en wit
Vrolijke mannelijke elegie:
—
WEEGSCHAAL
Ik kies niet voor
Het zekere
Ik neem het onzekere
Voor het zekere
Ik kies voor het wankele
Het onevenwichtige
Steeds ben ik bezig
Alles
In onbalans te houden
Steeds ben ik op zoek
Naar het tegengewicht
Om verhoudingen
Weer scheef te trekken
Want twijfel
Houdt mijn geest in leven
Twijfel houdt me jong
Twijfelend
Blijf ik met de werkelijkheid
Op gelijke hoogte
—
LE SACRE DU PRINTEMPS
(een medicijn tegen jaloezie)
Mannen
Allen wervelend om haar
Allen hopend op dat ene gebaar
Dat de pijn van hun verlangen weg zal nemen
Mannen
Zich wentelend om en om
Zich badend in de zon
Van haar begeerde tederheid
Verterend in het vuur
Van hun eigen passie
Allen
Rollend
De steen als Sisyphus
Allen
Reikend naar de druiven
Als Tantalus
Allen gedwongen
Te dansen
Op het onblusbaar ritme van
Het lenteseizoen
Als straf
Voor de misdaad
Van het geboren worden
Als man
—
EEN OVERDOSIS NOSTALGIE {toevoeging}
Ik wil
Wel
Alles bewaren
Zonder onderscheid
Is alles mij even lief
Gehecht
Als ik ben
Aan alle dingen
Die mij hebben meegemaakt
Helaas
Ik kan niet alles
Bewaren
Van veel
Moet ik afstand doen
Wil ik hier nog kunnen wonen
Wil ik hier nog helder kunnen denken
Dan moet ik
Veel wegdoen
Mijn huis
Is niet zo groot
Als mijn hart
—
DE VROLIJKE APOCALYPS
Ik feest
Zet angst in de koelkast
Dreiging buiten de deur
Zet de muziek aan
Zet luid de vreugde open
Een leger klanken dwingt
Het volk de danspas in
Dit is de dictatuur van het feest
Gij zult feesten
Gij zult feesten
Zo luidt zijn enige gebod
Kom dans je los van God
En de kok bereidt
Een grandioos samenzijn
Kom en drink tot je kotst
Maar verdring vooral
Al wat je dacht
In je nuchterheid
Ik heb een kater van werken en leren
Al wat mij weerhield van spelen
Kom architecten
Gooi alle scholen en fabrieken plat
Ontwerp een speelstad
Bouwt allen aan het paleis
De vaste woon- en verblijfplaats
Van het feest
En ook
Alle dansers bouwen aan het feest
Elke danspas is een steen
Kom alsjeblieft geen geween
Begraaf het verdriet
Diep achter je ogen
Ik gebied je
Vandaag alleen je lach te tonen
Een koning te zijn van je hart
Een tiran voor al het somber
Je hebt jezelf al genoeg getart
Met slechte gedachten over jezelf
Kom en dans
Hier denkt men niet
En als men denkt
Dan denke men muziek
Voorspelde Nostradamus dit feest
Schreef Johannes op Cadmos dit gedicht
Nee
Ik openbaar de grote vreugde
Ik breek de zon door dit plafond
Ik doe het raam open en strooi
De Gnossienes van Satie
Als het vreugdezaad
In de voren van alle elementen
Ik gooi een stemmingsbom op alle steden
Er is genoeg geleden
Nu
Als ik zeg
VUUR
Dan knallen de champagnekurken
—
BE UNCAREFUL
Houd op met voorzichtigheid
Wees voorzichtig met voorzichtigheid
Maak je voorzichtig een doelpunt
Maak je voorzichtig van vreugde een sprong
Is voorzichtig blij wel echt blij
En ben je enkel onvoorzichtig ongelukkig
Het lot is niet voorzichtig met jou
Wees dus
Als het lot je gunstig is gezind
Even onvoorzichtig als het lot
En lach je
Onvoorzichtig als je bent
Kapot
En heb lief
Met heel je hart
Dat oh zo onvoorzichtig klopt
Be uncareful:
—-
REGENKIND
Stampen in de plassen
Ik vind er niets meer aan
Is het met mijn jeugd gedaan
Nu ik met een boog
Om alle plassen heen loop
Staat volwassen zijn gelijk
Met de afschuw van plassen
Nu ik niet meer stampend nat word
Word ik nu eindelijk
Volwassen
—
HET GRAS IS ALTIJD VLEES ACHTER DE HEUVELS
De nevelen van onze illusies
Ze trekken op
Achter de heuvels
Verschanst zich
De vijand
Die ons als toerist
Ooit vriendelijk placht
Toe te lachen
Toe te laten tot zijn land
Achter de heuvels
Is het gras
Rood van ons bloed
woorden
de voorwerpen in
deze kamer
naar
van
het
het Naar
het Van
de Het
—
PUUR
Om alle naakte vrouwen
Moet ik huilen
Ik zie
De onschuld
Die zij verlieten
Om hun natuur te volgen
Om
Alle naakte vrouwen
Huil
Ik
Omdat ik het kruis zie
Dat zij dragen
Mannen dienen
Mannen baren
Mannen behagen
—
BORN TO EAT WILD
Ik eet vandaag
Een wilde kip
Ik liep haar achterna
Met een geweer
Ik liep haar achterna
Vandaag
Heb ik op kip gejaagd
Ik wilde
Een wilde kip
Zodat ik wild kon eten
Ik heb de kip
Met huid en haar
Verscheurd
Wild
Heb ik een kip gegeten
born to eat wild:
—
GEEN AFBEELDING
Ken me niet
Laat me vrij zijn
Vang me niet in een beeld
Al wat ik doe
Staat los
Van wat ik ben
Elke daad voert slechts terug
Naar de noodzaak van de daad
Leid mij niet af
Uit wat ik ooit deed
Wat ik ben
Is nog in wording
Maak me geen beeld
Ik moet vrij zijn
Om te blijven worden
Geen afbeelding-kopie:
—
DE GEWORPENE
Ik ben er
Ik toon me
Althans ik moet me vertonen
Ik toon me
Ik laat iets zien
Wat ik niet gemaakt heb
Maar
Waarvoor ik wel wordt aangezien
(op mijn rug de merknaam GOD)
Ik besta met tegenzin
Want ik had geen zeggenschap over
Mijn begin
Had geen inspraak
Toen ik werd gemaakt
Ik had er maar te zijn
Ik had maar te zijn
Die ik was
Af
Uit
Had maar te leven met
Dat genomen besluit
En nu ben ik er
Nu ben ik er een
En wat voor een
De geworpene:
—
HOEZO VLIEGEN NIET MOOI?
hoor
de vliegen
de schaduwen van stilte
in de hitte van de zomer
wanneer elk geluid verbrandt
de duivels van onschuld
in de hel van de middag
als elk geweten slaapt
de priesters
in hun eigen gregoriaans
met hun gevleugelde stemmen
prevelend
uit het brevier van hun lichaam
en heel de lucht
als een groot muziekinstrument
hoor
de vliegen
de trillende snaren van de zomer
Hoezo vliegen niet mooi:
—
Een moderne Adam
de mens
hij benoemt
steeds minder dieren
hij benoemt-
hij
de adam
in het technocratisch paradijs-
hij benoemt voortaan
de steden
de machines
de concerns
en zichzelf:
het ontlede element
de ontelbare atomen van zijn ziel
hij noemt zich uit elkaar
geeft naam
aan zijn langzame explosie
—
Onbarmhartig welkom
vrede
het heeft zolang
vanzelfsprekend geleken
er waren slechts ruzies
tussen broer en zus
er waren slechts
supportersrellen
er waren slechts
echtscheidingen en familievetes
en afrekeningen in
het crimineel circuit
de oorlogen waren slechts klein
maar de oorlog is groot geworden
de vrede heeft nooit werkelijk bestaan
de oorlog is alleen maar even
persoonlijk
bij de mensen op bezoek gegaan
Onbarmhartig welkom:
—
Subjectief object
Etalages
waarin messen prijken
een toekomstige steekpartij
als handen
het heft omklemmen
en het lemmet
de rest van het mes
diep in vlees doordringt
nu ligt het staal nog stil
blinkend van woede
wachtend
om te worden gekocht
en getrokken
als het zover is
verdringt het bloed de zon
die zich nu nog weerspiegeld ziet
—
TIJDRIJDER
de tijdrijder
hij komt in beeld
hij is op weg
naar een snelle tijd
alleen op hem
is nu
de camera gericht
elke kijker volgt hem
op weg naar de eindstreep
voor even
bestaat heel de wereld
uit dat kleine traject
dat hij aflegt
voor even
ligt hij voor
op alles wat elders gebeurt
hij is sneller dan
de varkenspest
sneller dan de gekkekoeienziekte
sneller dan het gat in de ozonlaag
sneller dan aids
de hongersnood
de naderende wereldcrisis
de tijdrijder
hij zit
op zijn lichtgewicht fiets
en belangrijker voor hem
is er niets
dan de tijd
die hij neerzet
uiteindelijk
Tijdrijder:
—
ik ben niet af
want ik ben niet van dit lijden af
ook al weet ik
dat lijden leren is
ik heb een hekel aan leren
althans
aan wijs worden
door schade en schande
ik wil door geluk wijs worden
met gemak
en met lieflijkheid
door paradijselijkheid
wil ik inzicht verwerven
ik ben niet af:
—
ODE
Dit licht
Is de droom van
Een wakker lijf
Het is het loon
Voor het opstaan tegen
De slaap
En de keuze voor
Bedrijvigheid
Dit licht
Als kwam het
Van de lamp van
Aladin
Die verschijning van geest
Alleen
Door wrijving bereikt
Je bewegen
Is jezelf vervullen
Ode:
—
DE GODDELIJKE DRONKENSCHAP
dronken word ik verliefd
en vloeibaar smelt ik
in wezen met
alle wezens op aarde ineen
dronken ben ik voelbaarder
dan ooit
dronken
maak ik alles voelbaar
kenbaar
met veel misbaar
dronken
word ik verliefd op
heel de wereld
elk wezen dat ik heb geschapen
en ik betreur het
dat ik al dat materiaal
uit handen heb moeten geven
om het te laten vergaan tot stof
dat voel ik terug in deze dronkenschap
de goddelijke verlatenheid
oh aarde
oh alle wezens op aarde
al wat bestaan heeft, bestaat, bestaan zal
stroom naar me terug
De Goddelijke Dronkenschap:
—
De boom, de plank
Schuin tegen de schutting
Ze schuiven
Onder elkaar door
Ze gaan
In een vanzelfsprekendheid
Teloor
Alles is echt
Zo gewoon
—
TERUGWERKENDE KRACHT
gelukkig
ik zag alleen maar
een foto van de catastrofe
ik las alleen maar
de woorden
ik zag gelukkig
de beelden niet bewegen
ik hoorde geen stem
die hoorde bij de woorden
want dan was alles
veel echter geweest
dan was alles nog
onontkoombaarder
nu kan ik nog
de pagina omslaan
om
al wat gebeurde
razendsnel
tot verleden te maken
om me te verdiepen
in voetbaluitslagen
hoeveel doelpunten vielen er?
hoeveel doden
—
Opsporing verzocht
I
aarde
sterren
heelal
het lijk is gevonden
maar
waar
is de moordenaar?
hij is samen
met zijn motief
onvindbaar
hoe zijn signalement luidt?
we weten het niet
er mag van hem
geen afbeelding worden gemaakt
nee
de bijbel is niet
door Baantjer geschreven
II
had Baantjer
de Bijbel geschreven
dan hadden we G.
zo gevonden
dan had hij niet
dood hoeven te verklaard
dan was er niemand
in zijn naam gestorven
dan was hij opgepakt
en veroordeeld
tot eeuwig TBS
schuldig verklaard
aan de waanzin van miljarden
zoekgeraakt
in het labyrint van zijn naam
Opsporing Verzocht:
—
Naar nieuwe energie moet ik toe
Niet naar treurnis
Niet naar tranen
Ik moet zelf een rivier doen stromen
Geen spoor van tranen wil ik achterlaten
Als een sleep die me achtervolgt
Maar een koningsgewaad wil ik dragen
En een maarschalkstaf
Ik heb de scepter van het leven
Niet gekregen om
Alleen maar sceptisch te zijn
En steriel
Ik heb kracht gekregen
Om mij te wentelen in
Een blind geloof aan de daad
Een blind vertrouwen in het resultaat
—
VOLENDAM EN ELDERS
Jonge mensen
Brandstof voor
Een zinloos vuur
Wie moest zich hieraan warmen?
Voor welk werk is dit de energie?
Voor het bluswerk van de brandweerman?
Het treurwerk in Volendam en omstreken?
Het schrijven van de toespraak?
Het werk van de onderzoekscommissie?
Jonge mensen
Op wrede wijze samensmeltend
Op hun dansen volgt
De dans der vlammen
Levend vuur
Dat werd hun dood
Levend branden zij
In de hartstocht van het vuur
Met alleen maar hartstocht
Voor het branden
Jonge mensen
In een nog jonger vuur
Nog blind en doof voor alles
Maar komen wij zo
Niet allen om?
Is er
Eén lijden dat ons ontziet
Als wij gaan sterven?
Is er één ziekte
Met een medelijden?
Volendam en elders:
—
Het waait
Brievenbussen klepperen
Luchtpost
Hollandse hajku:
—
Ik kan niet meer
Dan dit lichaam kan
Als ik spreek
Is het
Een mensenlichaam
Dat geluid maakt
En er is
Geen hoger geluid
Dan dat ik zingen kan
In de beperktheid
Van mijn bereik
De beperktheid
Van mijn registers
Ligt
De beperktheid van
Mijn denken
De sterfelijkheid van
Mijn denken
—
I.
Ik schrijf
Ik teken
Beweeg de roos
Een roos te worden
Een roos
Die niet meer is
Dan een beweging van
Mijn hand
Een roosbeweging
Wellicht
Bevindt zich
Diep in mij
Die roos
Die ik al schrijvend
Aan het oppervlak breng
II.
Ik schrijf
Roos
Ik schrijf een roos
Ik teken
Roos
Een beeltenis
Die aan mijn vingers ontspringt
Die aan de eigen naam ontspruit
Die naar de naam terugkeert
Als naar het ouderlijk huis
Ik schrijf
En vind
De verloren roos
Al schrijvend opgespoord
Een roos
Die opduikt uit het wit
Ik schrijf
En veeg de sneeuw weg
Die zolang haar gestalte bedekte
—
MACRO MENS
ik kom bij de dokter
hij schudt me de hand
hij maakt kennis met mijn ziekte
en ik verwelkom genezing
hij ziet hoe half ik ben
uit hoeveel delen ik besta
in hoeveel delen ik uiteenval
en de te grote afstand
tussen al die delen
ik kom bij de dokter
voor de hereniging van
al mijn continenten
hij vraagt me
waar is uw Atlantis gezonken
waar zijn uw keizerrijken ondergegaan
waar heb je Hitler toegestaan te wonen
waarom heb je Gandhi vermoord
hij legt zijn oor te luister tegen mijn borstkas
hij hoort
Martin Luther King oreren
I have a dream
hij hoort
hoe een vliegtuig zich
in een toren boort
I have a nightmare
Hij hoort Melanie zingen
beautiful people
we share the same backdoor
als een kind in Sierra Leone
oiv drugs
zijn bloedeigen grootouders doodschiet
dokter
ik geloof dat ik moet kotsen
sinds wanneer
heeft u deze klachten
vraagt de dokter
hij kijkt niet in mijn ogen
maar naar het scherm van zijn computer
als hij de vraag stelt
hij kijkt naar de cijfers
die hij laat verschijnen in zijn venster
hij typt
de geboortedatum van mijn ziekte in
hij stelt de diagnose
hij stelt het sterrenbeeld van het virus vast
ik zie Saturnusringen om mijn vinger
voel Venus en Mars in mijn schaamstreek
U heeft een kometenregen
in uw Jupiterhersenpan
en Mercurius wakkert
uw dwazenlach aan
en hij schrijft me slaaptabletten voor
uw heelal moet rust hebben
u hebt behoefte aan een droomloos universum
van pure rede
en de dokter verklaart mij
ongeneeslijk vrij
—
HERKENT U DIT?
Ik ken deze tijd niet
Ik ken haar niet bij naam
Ik die onlangs verhuisde van
Het ene stadsdeel naar het andere
Verhuisde van de ene vrede
Naar de andere oorlog
Ik weet niet meer
Waar ik werkelijk woon
En of er wel een thuis is in deze tijd
Ik ken deze tijd niet
Ze heeft geen gezicht
Ze heeft geen waarheid
Ze heeft geen geloof meer
Ze is niet langer onschuldig
Ik ken deze tijd niet
Ik weet niet wie mijn broeder is
Ik ken de naam niet van mijn moordenaar
Ik ken deze tijd niet
Ook al is het lente
En staan de magnolia’s in bloei
En gloeit mijn huid van
De zachte wind die haar streelt
Ik durf niet voluit te genieten
Bang dat iets achter de horizon mij terechtwijst
Ik ken deze tijd niet
Ze is mij vreemd
Ik lig op de operatietafel
En weet niet waaraan ik word geopereerd
Aan welke ziekte ik lijd
En of ik wel de operatie overleef
En of er wel een operatie komt
Ik ken deze tijd niet
Ze heeft een vreemd en wreed gezicht
Dat zich naar mij toekeert
En dat zich weer van mij afwendt
Er wordt ergens reclame voor gemaakt
Maar ik weet niet waarvoor
En ik weet niet of ik het wel nodig heb
Maar de reclameboodschap klinkt zo luid
Dat ik me schuldig voel
Als ik het niet aanschaf
Ik ken deze tijd niet
Ik zie twee mensen vechten
Het zijn allebei mijn vrienden niet
Voor wie kies ik partij
Ik kies voor de vrede
Ik kies voor het leven
Maar zij strijden niet mee
Ik ken deze tijd niet
Ik zie de huizen staan
En stel me voor
Dat ze er niet meer staan
Dat daar ruïnes staan
Ik zie de huizen
Naakt in al hun tijdelijkheid
Ik ken deze tijd niet
Ik zie de mensen om me heen
En ik weet dat een van hen
Mij zal ontvallen
Toch zijn ze allen
Even levend in hun gedrag
In hun bewegen
Ik ken deze tijd niet
Ik ken de wapens niet
Waarmee men strijdt
Ik weet alleen dat ze allen even dodelijk zijn
Ik weet alleen
Er is wanhoop
Er is angst
Er is pijn
Ik ken deze tijd niet
Ik ken niet de ware reden van de strijd
Ik zie geen verschil tussen macht en vrijheid
Tussen democratie en dictatuur
Tussen olie en bloed
Tussen geld en armoe
Tussen to have en to have not
Ik ken deze tijd niet
Ik zie slechts de strijd
Ik zie slechts de strijders met verbeten gezicht
De uniformen met elkanders bloed bevlekt
Ik zie wenende kameraden
Bevelende generaals
Neutrale nieuwslezers
En wanhopige moeders
Ik ken deze tijd niet
Ik ken mezelf niet in deze tijd
Ik zoek woorden voor een volmaakt gedicht
Maar vind geen mooie woorden voor deze tijd
Iedereen heeft de waarheid verlaten
Men heeft de gulden middenweg verlaten
Iedereen gaat voor het eigen gelijk
Het eigen geluk
Ik ken deze tijd niet
Ik vind mezelf er niet in terug
Ik ken deze tijd niet
Ik ben niet meer van deze tijd
—
Een ander bericht
bericht
de hond loopt
het is donker
als ik dit schrijf
het is te donker
om de noodzaak te zien
het is geen nieuws
toch werd ik wakker
om dit neer te schrijven
de hond noopt me
om dit neer te schrijven
enkel om het ritme
enkel om het naakte feit
de behoefte om
iets werkelijk simpels mee te delen
de hond
de algemene hond
de hond der honden
de hond der honderden
een hond uit honderden
het kleine wonder van
feit en naam
dat ik dit nog noemen mag
dat ik mij dit nog mag herinneren
de hond
dat iedereen zich dit herinnert
dit onschuldig feit
op 11 september
Een wakker gedicht:
Applaus met een grapje:
Willem Adelaar