Deze wereld
Is het tegenvlees
Waarin mijn hand
Niet
Als deze hand beweegt
Zich haast buitenshands
Begeeft
Deze wereld
Is het onhandige van
Deze hand
—
Een nachtgewaad van satijn
Voor als je bij het ontwaken
Aan me verschijnt
Als jij je kleedt
Kleed jij dat moment in:
Mijn eerst blik
Op de wereld
Glanzend
—
als tuinman
heb ik eenvoudige principes
ik plant de bloemen
en ik wil de bloemen zien bloeien
niet het onkruid
het is logisch
geheel logisch dat
ik het onkruid wied
onkruid
moet maar
elders groeien
hier niet!!
—
Ik geloof in God
Gelooft God in mij
Aanbidt hij mij
Gaat hij naar de kerk
Om mij te eren
Mij een dienst te bewijzen
Laat hij zich dopen
In mijn naam
Ik geloof in god
Maar zonder wederkerigheid
Hij hoeft niet in mij
Te geloven
Te geloven in mezelf
Dat doe ik er ook nog bij
Al was het alleen maar
Om zeker te weten
Dat ik besta
—
Hier
Iets van te maken
Van
Te maken
Van
Het van te isoleren
Het ruimte loze van
V
A
N
V
A
N
De scherven
Woord
Letters
De letters v a n
De letter v
De letter a
De letter n
De letters v a n
De letters van
Het woord VAN
De semantiek van
Het voorwerp
Het object
Woord
—
BIJ EEN KUNSTWERK
I
Een witte bol doormidden
De ene helft
Half liggend
De andere helft
Half staand
Een witte bol
Gedeeld door man en vrouw
De ene helft
Die de andere helft
Lieflijk noodt tot liggen
Voel toch hoe ik voor je val
Voel toch hoe ik je mee wil sleuren in mijn val
II
De witte bol
De witte bol
Twee halve bollen
Met ruimte voor vragen
Sta op
Zegt de andere helft
Ik houd het half zijn niet meer vol
Half is zo wankel rollen
Half is
Zo helemaal uit ritme zijn
Alleen het volledig ronde rolt
Laat me niet langer gescheiden
Van de draaiende beweging
Draai niet om het draaien heen
III
Zie toch
Hoe onvolledig je bent
Als helft
Zegt de andere helft
De middenruimte
Als een pauze
Tussen
Hen twee
IV
Twee helften
Nee
Zij vormen geen bol
Maar een wedstrijd
V
Kom
En overbrug de ruimte
Laat niets meer komen tussen ons in
Laat niemand meer komen
Tussen ons in
Kom
En overbrug de ruimte
En van ons zal niemand meer horen
We klappen samen dicht
We maken ons gesloten
Tot
Een volmaakte bol die rolt
Als zonnen en manen
Door de hemelsferen
VI
Twee ronde bollen
Een dagbol
En een nachtbol
Eerbiedig afstand houdend van elkaar
Een hete bol
Een koude bol
En een blauwe bol
Liggen roerloos op het laken
En niemand
Neemt de keu ter hand
—
Hij lacht
Dat is
Hoe hij over mij denkt
Dat is niet
Wat ik ben
—
STATION GELDROP
Kijkend omhoog
Zie ik mensen
Op het perron
En mij wordt ineens
Het station
Een pantheon
Vol grootheden
Onbekend
Allen staan ze daar
De figuren
Hun handen gevouwen voor
Hun schoot
Oh
Zo groot te worden
Op deze manier
Wachtend
En verzakend
—
Je moet wel gaan geloven
Dat het leven jou heeft uitgekozen
Om te blijven leven
Je moet wel gaan geloven
Je wordt gedwongen te geloven
Als
Een aarde
Ongelooflijk
Ongelovig
Zowel
Kerken als moskeeën
Verzwelgt
—
Ik praat tegen mezelf
Als tegen hartstocht
De wens
De enige te zijn
De ene
Maar ik verricht geen
Heldendaden
De twaalf treden naar
De Olympus
Sport voor sport
Droom ik ze
Ik verricht
heldendromen
—
het is
duitsers verboden
een stahlhelm te dragen
—
het verhaal, je stem
het gaat mij
om je stem
vooral
het droef verhaal
je mooie droeve stem
ja
zo verliefd ben ik
verliefd op jou
op heel je trieste leven
—
een tomaat
is
geen groente
maar
een roodte
—
Ja en nee
Het waren twee
Gelijke woorden
Woorden als woord
Ik stond
Als neutraal
Aan de kant van
De besluiteloze orde
Ja en nee
Het waren zomaar woorden
Mijn leven hing er niet van af
Wat gebeuren moest
Moest gebeuren
Alles hing slechts schijnbaar
Van mijn beslissing af
Maar
In wezen
Leidde de loop van de geschiedenis
Een volkomen eigen leven
Ja en nee
Voor mij
Waren zij
Volkomen aan elkaar gelijk
Ik hoefde ze alleen maar aan te wijzen
Ik was de aanraker
Zij de aangeraakten
Ik was allang
Het ja of nee voorbij
—
Door de telefoon
Hoor ik de kies-
Maar niet de eigen toon
Ben ik
-verliefd-
Mijn eigen stem
Niet meer gewoon
Al wat ik zeg
Zijn vermommingen van
Ik houd van jou
Dekmantels
Als lompen
In plaats van gewaden
Woorden
Waarvoor ik me schaam
In plaats van
Dat ze me tooien
—
Een droom
Een hond en een vogel
Even later
Een broer en een zus
Een jongetje in een kooi en
Een meisje aan een halsband
In karategevecht met elkaar
Vuurwerk vlak voor het oudjaar
Strijd die overslaat van
Gestalte op gestalte
Figuur op figuur
Telkens andere vlammen van
Een en hetzelfde vuur
In feite merk ik de overgangen niet op
Blijf ik gewoon strijd zien
Een grote gelijkmatige strijd
En een grote gelijkmatige afschuw en angst in mij
Ik houd de oren dicht
Ik houd mijn ogen dicht
Maar beeld en geluid blijven vervuld
Van eenzelfde hitte
Eenzelfde donkere hitte
—
Regering?
Elke ouder is regent
Rechter?
Elke ouder is
De rechterlijke macht
Wie regeert
Is regering
Wie oudert
Is oudering
Ouderschap
Is
Koningsschap
Ouders moeten kinderen
Tot nieuwe ouders opvoeden
De jongen tot goede vader
Het meisje tot goede moeder
—
Trek ik
Aan het koordje
Van
De lux
A
Flex
Dan
Lijkt het
Alsof ik een vlag hijs
Een vlag strijk
De dag in top
—
Ik las
Ik schreef
Totdat ik sprak
Met iemand
En mijn zuivere ik verloor
Ik las met een boek
Ik schreef met een gedicht
—
Buiten
Het landschap
De bedachte dingen
De beheerste dingen
Die mij toch de ruimte laten
Voor mijmeringen
Ogen en gedachten
Ze kunnen er rustig dwalen
Baden
In de vrijheid van
Zien en denken
Weer even
Zonder vooropgezet plan
—
Gewoon
Een daad te zijn
Zonder gezicht
Gestalteloze energie
Gewoon
Een goede daad
Is
Het verleden
Ooit
Verleden tijd
Is
Wat ik was
In wezen
Wat ik ben
Wat ik word
—
Ik zeg
Lees dit boek ook
Ik zeg
Deel met mij
Deze ervaring
Zodat wij
Ergens
Op het nivo van het boek
Geen vreemden meer zijn
—
Voor elkaar
Zonder plan
Is de wereld slaap
De mens een slaaf
Braaf gehoorzamend aan
Het bevel van hoger af
Hogerhand
Bereid de dag voor
Als een aanval
Als je eigen groeien
Je persoon
Veroverd op
Je onpersoon
Je staat daar
Aan de hand van
Je daden
Aan je daden
Herkenbaar
Want gedachten alleen
Hebben geen gezicht
Het zijn landschappen
Waarnaar je keek
Vanuit een rijdende trein
Een grond
Te ijl om op te bouwen
—
Is
Een vogel zien
Een vogel denken
Is
Naar een vogel kijken
Een vogel vliegen
Is
Het gedicht beginnen
Het bestaan beginnen
—
De dichters
Zij moeten als helden spreken
In deze tijd
Zij moeten niet klagen
Over hun kleine verdrietjes
Zij moeten
Het grote verdriet aanklagen
De dichters
Ze moeten voorgaan in de blijheid
Het wonder, het licht, het geluk opsporen
Als een reddingswerker
De zin van het leven
Onder het puin vandaan halen
—
Bij Albert Hein
Kreeg ik vandaag
De Halve Prijs
—
Het begint te regenen
Het staat nog niet vast
Wanneer de regen ophoudt
Elke regenbui opnieuw
De vrees
Dat het eindeloos zal blijven
Regenen
—
Je wordt wakker
Je armen en benen uitgespreid
Je handen van elkaar gescheiden
Je vuisten ongebald
Je wordt wakker als verscheurde
Je ledematen liggen her en der
En ner-
Gens is de samenhang te vinden
Verbroken de verbinding
Tussen been en arm
Je wordt wakker
Slaat en slaapt alarm
Je wordt wakker
Als een vreemde
In je eigen lichaam blijkt
Verdeeld in een linker-
En in rechterkant
Je wordt wakker, bang
Want urenlang lag jij daar
Wezenloos weerloos
Je vreest de vijand
Zolang je niet bent opgestaan
Ligt hij bovenop je
—
Niet mijn naam
Is de strekking van
Het gedicht
In wezen
Is mijn naam
Van geen gewicht
Wie dit leest
Die ziet de woorden
Staan
Ik opende
Mijn naam
—
Een tegel lichten
Om een bloem te planten
Een stoeptegel verwijderen
Teneinde
In plaats van grijs
Geel en paars
En groen
Te zien
En steen verwijderen
Evenals geel zand
Aarde
Wordt weer
Bloemaarde
2
een tegel lichten
al een schedel
om gedachten
te positiveren
een tegel lichten
nu het lente is
en bloemen
weer lopen op
wortelvoeten
een tegel lichten
de weg vrijmaken
voor kleurrijke dromen
3
de stoep
de straat
is weer
een tegel lichter
kleur loopt uit
vlak voor de huisdeur
ik zie een vrouw
zit op haar knieën
als een stratenmaker
ze plant viooltjes
als zegde ze
een gebed
—
ik kan het niet vinden
roept ze
woedend
ergens
klinkt er
ik wil niet zoeken
—
je bent geen ondernemer
maar een kaartenhuisbouwer
zaken doe je met personen
mannen/vrouwen
schorem/sletten
kwetsbare wezens
hongerlijders
geilaards
machtswellustelingen
egoïsten
het aantal filantropen
is op de vingers
van geen hand te tellen
je werkt met
te krenken trotsen
hoge verwachtingen
en illusiekoesteraars
het is moeilijk zaken doen
en objectief te blijven
—
ik veroordeel de bachanalen
omdat ik er zelf niet aan deelneem
stompzinnigheid woekert als onkruid
als bijverschijnsel
wat zeg ik-
vlag van de luxe
moesten hiervoor
de goden verdreven van
hun Olympus
de orakels verruild voor
nietszeggendheid
dansend
blind en doof
de kinderen bij
het graf van de uitgemergelden
met 80 zenders
nauwelijks oog
voor het leed in de wereld
dansend op de muziek
der razernij
de toekomstige wraak
stappen naar de ondergang zettend
door
geen vin te verroeren
geen poot uit te steken
de mond open te houden
als de snavel van een gulzige vogel
met schijt aan de wereld
pik en kutgerichte kinderen
reclames
voor hun volwaardigheid als consument
hun minderwaardigheid als mens
—
depri 10
dronken
de bloemen niet zien
die er wel zijn
de bloemen
pas
met de zon
verschijnen ze
en
dan nog
is het donker
en dan nog
zijn er
geen bloemen
—
op voetbalvelden
ga je als vanzelf
wat harder lopen
zeg me
wie kan er
werkelijk
wandelen over
voetbalgras
wie naar links kijkt
verwacht
elk moment
een pass
—
voor me loopt
een trotse hond
de punt van zijn staart
tussen zijn oren
—
concept 1
elke keer
de bevreemding oproepen
het lopen
dat opeens
het
lopen
is
en zo
is
de werkelijkheid
speelbereid
2
in
die bevreemding
opgaan
het gaat erom
oorzaak
van
gevolg
los te maken
zien
en horen
niet
te doen samenkomen
3
dan pas
ben je te gast
in je verbeelding
de deur
waarvan
de verf afbladdert
laat je zo
het hoef geen kwast
het kan
zo
vastgelegd op
foto
4
de weg terug
is moeilijk
men wil
dat
je verbanden legt
maar jij vindt
dat jij
de samenhang
mag ontkennen
—
wolken regenen zich leeg
boven de steden
rivieren
gaan kolkend door
de straten
huizen
gaan stroomafwaarts
de zee in
wat een drama
maar oh
wat een prachtig schilderij
—
ik kan treuren
ik kan kijken
ik kan vaststellen
treuren
kijken
vaststellen
kan
kan
kan
ik
ik
ik
—
ik zie
hoe tere bloemen
amper wortelen in aarde
hoe zij in feite vlindervleugels worden
gedragen
naar zon en wolken toe
hun kronen
genieten de bescherming
van nijvere bijen en tuinders
die hen door de eeuwen dragen
naar dit bewonderend dichtersoog
ik acht
de kweker hoog
—
stad
flat
nee
zoveel nuchterheid
zoveel rationaliteit
zoveel rechtlijnigheid
kan ik niet verdragen
metershoog onkruid
gewoon onverstandigheid
op
zijn tijd
dronkenmanbeleid
metershoge rode rozen
hemelhoog
hemeloog rood doorlopen
ogen bloeddoorlopen
totaal bezopen
hemel zat nu
rode hemel
zevende
rozenbergen
velden vol met wolken
wateraanplant
rozendamp
van rozenwater
rozenzee
rozen monden uit in zee
rozenvloed
de rivier stroomt over
de stad verdrinkt
in rozenbloed
de rozen worden rozenhoog
pioenen worden kampioenen
rozentorens
de stad beleeft de rozentoorn
de rozen lopen nu rood aan
’s avonds branden
de rooslantaarns
—
ZANDVOGEL
I
Een klont die geworpen
In zijn vaart
Tot vogel wordt
Voor vogel wordt
Aangezien
Zand met
Het aanzien van
Een vogel
Gevormd
En gevolgd
II
Een kogel
Dwars door het bewustzijn heen
Adem
Schijn van leven
Die ik haar verleen
Het zand
Op drift geraakt en
In een vloek en een zucht
Gemaakt
Tot vogel
III
Zwaarte
Van een andere orde geworden
Iets zwaars
Niet handen tillen
Maar lucht draagt
Lucht slaagt erin
Om
Uit zand
Vleugels te slaan
—
ik rijd door de regen
gisteren voor negentig procent zeker
ik rijd
door de voorspelde regen
door de straten
wiens glans
reeds lang van te voren was
voorzien
van hieruit
is het mij onmooglijk
om mij gisteren
te herinneren
de droge cijfers
—
de woorden
die jij hoort
zijn de woorden
waar jij bij hoort
de woorden
die jij kiest
zijn de woorden
die jou kiezen
de wijze waarop jij
de woorden rangschikt
zegt iets
over jou
als de woorden
rangschik jij
je genen
je atomen
je wezen